xxi ri
hieronder te verstaan zoowel bezoekers van het museum als
zelfstandige onderzoekers der fauna of geologie van Zeeland.
De ondervinding, tot dusverre met de Steenenkamer opgedaan,
wekt de verwachting op, dat activiteit, van den betrokken con
servator ook werkzame belangstelling van buitenstaanders aantrekt,
en het is waarlijk niet te verwachten, dat er in onze landelijke
en waterrijke provincie meer interesse zou zijn voor de historische
zalen van ons museum dan voor de natuurhistorische afdeelingen,
die (andere belangwekkendheid nu daargelaten) bij richtige orga
nisatie in zoo nauw verband zouden kunnen staan met Zeeuwsche
landbouw, veeteelt, visscherij en polderwezen. Er heerscht nog te
veel de spheer van het achttiende-eeuwsche rariteitenkabinet,
waaruit ons museum, als zoovele andere, ontstaan is. Een vak
genoot met ervaring van biologische musea schreef mij dan ook
terecht, „dat 't geen luxe zou zijn het Museum van het Zeeuwsch
Genootschap (leeshet dierkundig-geologisch gedeelte van dat
museum) wat uit zijn verlepten toestand op te frisschen".
Mijn voorgangers hebben in deze richting gedaan, wat zij konden,
maar hun werk moet voortgezet worden.
Hiermee is genoeg gezegd over „das Unzulangliche" en valt
slechts het volgende als „Ereignis" te vermelden.
De vroegere conservator Dr. J. G. de Man te Ierseke had de
buitengewone welwillendheid de verbleekte etiketten der verzameling
vogelnesten uit Zeeland te vernieuwden en met de thans geldige nomen
clatuur in overeenstemming te brengen. Hem zij voor dit tijdroovende
en nauwkeurige werk hier nogmaals dank gebracht. Tevens ont
ving ik van hem eenige stukken voor het archief der afdeeling.
De aanwinsten waren
Een kies van een Mastodon, te Kamperland gevonden tusschen
grint, dat uit Duitschland aangevoerd was. De havenmeester aldaar
vermoedt, dat het grint gebaggerd was tusschen Emmerik en
Ruhrort. Dit voorwerp, dat zoölogisch van belang is, was in 1921
bij het lossen van grint gevonden door den heer H. de Bruine,
thans te liilland-Bath. De heer G. Elipse, hoofd der Openbare