6 afgesloten ligging is duidelijk waar te nemen en staatkundige betrekkingen konden deze niet doen verdwijnen. Maar wat inge voerd en overgenomen kon worden, kwam uit Vlaanderen. Daar zullen we dan ook de herkomst gaan zoeken van wat niet auto- chthoon lijkt en steeds het eerst in het aangrenzende deel of in de kuststreek, waar de levensomstandigheden het meest op die van Zeeland moeten hebben geleken (blz. 18). Dit alles slaat op staatkunde en recht. JEn we trekken daaruit dan ook niet de minste conclusie voor de taal. Maar toch meenen we in dit werkje aangetoond te hebben, dat op dit gebied de band tusschen Zeeland en West-Vlaanderen nog vrij sterk is. We hebben er naar gestreefd om ook voor leeken op taalgebied begrijpelijk te blijven. Om deze reden hebben we ons oorspronkelijk plan, om alle woorden in phonetisch schrift weer te geven, laten varen. Velen, die zich wel voor het dialect uit hun geboortestreek interesseeren, maar dit schrift niet kennen, zouden misschien om deze reden het werkje ter zijde leggen. Om dezelfde reden hebben we ook „vaktermen" in dit deeltje alleen gebruikt, wanneer het niet te vermijden was. Mijn hartelijken dank aan allen, die mij bij het verzamelen van het materiaal behulpzaam zijn geweest. De lezer, die ons met het verbeteren en aanvullen van dezen arbeid behulpzaam wil zijn, zou ons daarmee zeer verplichten. Ook voor welwillende op- en aanmerkingen houden we ons ten zeerste aanbevolen. Nijmegen, 9 Nov. '26. J. D. Geraadpleegde werken L. L. de BoWest-Vlaamsch Idioticon. Heruitgegeven door Joseph Samijn. (Gent, A. Siffer 1892). Dr. A. Verschuur: Klankleer van het Noord-Bevelandsch. (Amsterdam, Ten Brink en De Vries 1902). Dr. A. Opprel Het dialect van Oud-Beierland. (Deventer, H. P. ter Braak). A. Steketee: Zeeuwsch Woordenboek. Handschrift, berustend bij het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 68