V
een Incliscli kanon, geschonken door den heer Jhr. K. H. B.
Bendorp te Baarn;
een vuursteengeweer, geschonken door den heer J. Vesten te
Burgh door bemiddeling van den heer W. G. Boot, burgemeester
aldaar;
eene veerploeg (schaaf), geschonken door den heer G. van
Leerdam te Nieuw- en Sint-Joosland (bruikleen van de Commissie
voor Zeeuwsche Folklore);
een antiek ijzeren scheepsanker, aangekocht.
De conservator der steen en kamer bericht:
„In mijn vorige jaarverslag sprak ik onze groote waardeering
uit voor de medewerking en raadgevingen van Dr. A. E. Bemou-
champs, Conservator aan 's Bijks Museum van Oudheden te Leiden.
Thans moet ik, helaas, beginnen met een dankbare hulde aan de
nagedachtenis van dezen fijngevoeligen Vlaming, die 25 December
1927 is heengegaan. Sedert hij in den herfst van 1921 naar aan
leiding van een bericht onzerzijds als vertegenwoordiger van zijn
Museum het Domburgsche strand voor het eerst bezocht had, heeft hij
menigmaal met groote welwillendheid archaeologisch materiaal nauw
gezet voor mij gedetermineerd en mij vriendschappelijk ingelicht.
Ook in dit verslag zal men nog de beschrijving vinden van het
geen ik hem in Mei 1927 te Leiden voorlegde. Ik bezocht toen
de grootendeels door hem ingerichte afdeeling „Oud-Europa" in
het Leidsche museum, welke door sobere en stelselmatige opstelling
en toelichting een voorbeeld voor ons is, hoe ook met beperkte
middelen veel bereikt kan worden (men vergelijke de rede van den
Directeur Dr. J. H. Holwerda ter gelegenheid van de voltooiing
der nieuwe inrichting van dat museum in December 1926).
In September 1926 heeft Bemouchamps een onderzoek ingesteld
aan den vluchtberg bij de hofstede „Berglust" te Bitthem (de
Man 1897 Walcheren no. 62), waarvan het geïllustreerde verslag
verschenen is in de Oudheidkundige Mededeelingen N. B. 8,
40-47. Hij heeft toen ook ons Museum te Middelburg en de
