31 stateert, dat het slechts naleving der placcaten vordert. De Staten-Generaal zullen binnen een maand beslissen aan welke beslissing Holland en Zeeland zich zullen heb ben te gedragen. Tot zoolang zal een zekere door de Staten- Generaal opgelegde gedragslijn worden gevolgd (o.a. dat het licent in kwestie half voor Holland, hailf voor Zeeland zou wezen). De maand verstrijkt, doch een definitieve be slissing van de Staten-Generaal wordt in de resoluties niet gevonden. „Het provisioneel accoord van 1590" op de zelfde basis, tusschen Holland en Zeeland gesloten, door tusschenkomst van Maurits (zie blz. 25) had tot doel, de geschillen tusschen die provinciën te beëindigen. In de praktijk kwam er niets van terecht. 15901597. Zeeland gaat na 1590 onverpoosd voort. Naast die omtrent het hal! licent geschillen van allerlei anderen aard. 3 Aug. 1590 (R.G.P. 55, blz. 240) komt een nieuwe klacht binnen van de (immers door Zeeland niet erkende) Raden Superintendent en het Adm. College te Amsterdam Zeeland houdt zich niet aan de lijst der licenten ,,tot groote schade „van Hollant, als daaruyt volgen soude diversie (verplaat sing) van ineringe". H.H.M. verklaren „wel verwonderd" te zijn en zenden één van de Gecommitt. Raden naar Zeeland om die verwon dering te Middelburg mede te deelen. De Zeeuwen toonen zich minder dan ooit geneigd zich te conformeeren. 3 Nov. 1590 zenden zij een boozen brief over het doorzenden door de Staten-Generaal van een niet geteekende klacht, waarop de Staten ontvouwden, dat zij is ingediend door een Offi cier (van de Conv.Blijkt de klacht valsch, dan vervalt ze vanzelf en is ze juist, dan moet Zeeland, volgens de met zijn medewerking tot stand gekomen placcaten, vervolgen, dat is alles. Den 17den Jan. 1591 (R.G.P. 55, blz. 145) is er alweer een klacht (over eigenmachtige wijziging van de licentlijst) t) 1) Dat is dus een ander punt van geschil, het eigenmachtig wijzigen van het Tarief, terwijl de placcaten luidden, dat de heffing zou ge schieden op één voet. Op dergelijke eigenmachtige wijzigingen zal ik hierna telkens oog weer terugkomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 101