33 particuliere notities Japikse in de R.G.P. de aandacht vestigt, daarin aanteekent, „niemand beter die van Zeelant met „redenen zou connen bejegenen dan hij" Voorts cioen de Staten-Generaal onderzoek instellen omtrent gepleegde fraudes, met last, onmiddellijk maatregelen daartegen te tref fen (Res. 8 Sept. 1596, R.G.P. 62, blz. 324). t) 15 Oct. 1596, blz. 188, wordt aan de Admiraliteit van Zee land geschreven, zich, wat het bestraffen betreft, aan de plac- caten te houden. Zonder succes alweer, want 30 Oct. (blz. 265) schrijven de gecommitteerden der Staten-Generaal uit Zeeland dat zij juist op dat punt moeilijkheden hebben aan hun last te voldoen. De Staten-Generaal besluiten -het is soms moeilijk, een redelijken vorm voor het uiten van zijn meening te vinden zonder krasse termen te bezigen een reeds eerder gebruikte terminologie weder opnemende, dat zij daarover zeer verwonderd zijn, dat men zich overal elders aan de placcaten houdt en dat op den duur de anderen qe- dwongen zullen zijn, op dezelfde wijze als de Zeeuwen te handelen. In de notulen van Zeeland van 15 Jan. 1596 vinden we melding gemaakt van de aankomst van de Gedeputeerden van Holland (dus niet van de Staten-Generaal) onder aan voering van Van Oldenbarnevelt en van Gedeputeerden van den Raad van State. Het kan wel niet anders zie ook blz. 36, r. 12 v. b. of het is dezelfde deputatie als hier boven bedoeld. Na Oldenbarnevelt's betoog (Not. 1596, blz. 15) doen de Staten 25 Jan. (blz. 36) weten, dat men in Zeeland begeert te blijven bij de verbonden in zake convoyen en licenten ge maakt, tot alle eendrachtigheid en gelijkmatigheid van con tributie, maar niet wenscht verkort te worden in de gerech tigheid vain de Provincie Zeeland in alle billijke zaken, die naar rechte haar toekwamen, als administratie van Justitie e.d. Met dit antwoord was de bezending uit Holland niet te vreden zij komt nu met meer concrete voorstellen in den vorm van minimum wenschen, te weten lo. In de toen nog in wezen provinciale admiraliteits- '1) Van Cuyk verhaalt nog, hoe Oldenbamevek in een privé gesprek verteld heeft, dat de Zeeuwen weer in hun oude 'H-yigheden (dubbele heffing) zijn vervatten, terwijl nog eenige andere aanteekeningen blijk geven van den absohiten onwil van Zeeland om iets toe te geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 103