35 over het te nemen besluit moeten hooren en Zeeland hierin niet mag worden overstemd. Holland constateert echter op nieuw, dat Zeeland nogmaals de geheele zaak bederft. 26 Nov. (R.G.P. 62, 'blz. 273) schrijft de Rotterdamsche admiraliteit, dat zij van verbetering nog niets heeft bespeurd. Waarop de St. Gen. aan Rotterdam schrijven, in elk geval volgens hun instructie en placcaten te handelen. De Zeeuw- sche afgevaardigden protesteeren op dezelfde wijze en Zee land gaat blijkbaar voort, want 16 lanuari zendt de Rotter damsche admiraliteit gelijke klacht. 15891597. Pogingen om de Provinciale Admiraliteits colleges om te zetten in één oi meer Admiraliteitscolleges van de Generaliteit. Voor nu verder ma te gaan, hoe het geschil over het half beent in 1596'97 verder verliep, moet ik, omdat straks bij behandeling door de Staten-Generaal in 1597 alle geschil punten gelijktijdig worden afgedaan, en ik dat accoord in zijn geheel dien te bezien, eerst eenige beschouwing wijden aan een andere poging, om aan de eigenmachtigheden van Zeeland bij de uitvoering een eind te maken. De instelling van een college Superintendent was mislukt, doch, begreep men, van een eenparige en gelijkmatige heffing zou niets komen, wanneer de admiraliteitszaken niet werden bestuurd vanwege de Generaliteit. Was de Superintendentie niet tot stand te brengen, hetzelfde was ten deele toch te be reiken, door de leiding in elke admiraliteit toe te vertrouwen aan een college vanwege de generaliteit, in plaats van aan een provinciaal college. Toen nu de Zeeuwen zich eindelijk hadden laten vinden, om naar Holland te komen, om over de differenten te dis cussieeren, kwam ook het voorstel tot oprichting van een „generaal College" op de agenda „tot beter directie ende „executie van de saecken van de Admiraliteyt, ende 't geene „daer van dependeert". Zeeland had, naar Den Haag gaande, wel begrepen, dat het hiertoe komen zou. De onderhandelingen met de Hollandsche deputatie in Jan. 1596 (zie blz. 33) hadden daaromtrent weinig twijfel gelaten. Zeeland had hier echter een sterke troef uit te spelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 105