38 werd geweigerd, te minder waar Holland op dezen maatregel had aangedrongen. Ik heb over de twee hierboven behandelde punten ook bij de verschillende schrijvers niets kunnen vinden. 15961597. Nieuwe pogingen tot het instellen van een centraal gezag. „Generaal College", Intusschen werden de pogingen itot centralisatie voortgezet. Toen de afgevaardigden van Zeeland in Oct. 1596 ver schenen, kwam alras het voorstel ter tafel, een ander cen traal bestuur der Zeezaken in te stellen. (Zie ook blz. 35, regel 9 v. o.) Voor een college van anderen naam beproefde men nog maals de medewerking der Zeeuwen te verkrijgen. Men stel de voor, de oprichting van een generaal college". 4 October 1596 (R.G.P. 62, blz. 257) wordt dit voor het eerst geënta meerd. Men wenscht ter bereiking van heffing op eenparigen voet „eene gemeijne regeringe ende administratie van de c. en 1." bestaand in een generaal college leden te kiezen uit alle provinciën en een generale kas met een ontvanger aan het hoofd, waarin alles, ook buitgelden, moet worden gestort. Doch na de uiteenzetting volgt onmiddellijk weer ,,Dies verclaren die gedeputeerden van Zeelandt, dat zij hier toe niet en zijn bescreven noch gelast." Dat valt niet te verwonderen. De Staten van Zeeland toch hebben zoo juist (Not, Oct. 1596) geconstateerd, dat zij wel zagen, dat de Generaliteit in Zeeland haar souverein gezag zocht uit te oefenen en het hunne over de admiraliteit te verkorten, doch dat zij daartegen zouden waken. Op 5 October daaraanvolgende wil men nogmaals tot een oplossing zien te geraken. Beproefd wordt, de Zeeuwen over te halen, goed te vinden, dat, tot tijd en wijle zij bedoelden last wèl zullen hebben, de toestand wordt gelaten als hij is, onder de superintendentie van de Staten-Generaal, mits deze in elk college 1 of 2 raden benoemen, die met de andere raden op de strikte toepassing der placcaten zouden toezien. Maar Zeeland wil nu eenmaal geen centraal toezicht en past ei wel op, eenige toezegging te doen „Dan hebben die l) Zie 'hierover ook De Hulhi, blz. 46.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 108