41
Wittensz door het Zeeuwsch Coillege wordt teruggezonden,,
„berstte het", zegt Paulus, „tot dadelijkheden uit, begerende
„Holland zig niet langer te houden aan 't akkoord met die
„van Zeeland, in 't jaar 1590 aangegaan over het verlof geld
„zij belastten de goederen uit Holland naar Zeeland gevoerd,
„met name de Oostersche waren Zij lijden een oorlogs
schip (zoo men in Zeeland meende) op Zeeuwsche juris
dictie leggende2), om alle Zeeuwsche schepen te onderzoe
den en onderscheid makende in het vorderen der verlof—
„gelden van goederen naar Zeeland gaande."
Zeeland deed ook wat het hem geliefde, zoodat het leek
of er inderdaad scheuring komen zou.
De Staten-Generaal schreven scherpe brieven -Zeeland
liet ze onbeantwoord en „kreunde zich nergens om" en maak
te zich gereed om geweld met geweld te keeren. Zie ook
de Jonge, Geschiedenis van het Nederl. Zeewezen I, blz. 249'
vlg. en Becht, blz. 103.
Intusschen waren den 23sten Januari 1597 (blz. 538) ein
delijk de gedeputeerden van Zeeland verschenen, om o.a. over
deze zaak te bandelen.
Zij treden aanstonds aanvallend op. Holland heeft aan
stonds geïnfrigeerd het provisioneel accoord, tusschen de pro
vinciën van Hollant ende Zeelant "bij tusschenspreken van
Zijne Excellentie in 1590 gemaakt (R.G.P. Deel VII, blz_
220) door in haar provincie het geheele licent te ontvangen,
niet alleen van de goederen voor den vijand bestemd, maar
ook dat van de goederen aangegeven, geladen en afge
scheept op Zeeland om aldus verkocht enz. of geconvooid.
te worden. Daarom acht Zeeland het nóch ombaar, nóch.
raadzaam over de in October j.l. hangende gebleven alge-
meene punten betreffende de Admiraliteiten opnieuw te gaan
spreken, vóór deze kwestie is uitgemaakt en de schade door
de Zeeuwen geleden metterdaad is gerepareerd.
De Gedeputeerden van Zeeland blijken spoedig daarop te
zijn vertrokken, want 31 Januari vermelden de Staten van
1) M.i. hield Holland zich reeds in het eind van 1596 niet meer aam
het prov. acc. van 1590. Zie ook de Hullu.
2) N.l. aan de Hals, omtrent Bommenede. Zie Not. Zeeland 7 Me'
1597 blz. 193, 30 Mei 1597 blz. 223. 31 Mei 1597 blz. 258, 2 Juni 1597"
blz. 260.