47 collecteurs, controleurs, cherchers en commiezen worden aangesteld. 31 Dec. 1597 wordt geiast te schrijve:. aan de gewesten, dat zij moeten overgaan tot publicatie van het laatste plakkaat op de convoyen en licenten. De gedeputeerden van Zeeland, het zal welhaast geen af zonderlijke vermelding meer behoeven, verklaarden hiervoor niet te zijn gelast 2). Bezien wij nu wat het eindresultaat in 1597 geweest is, dan laten wij eerst „om over 't gelijk of ongelijk der twisten de partijen wèl te oordeelen", Paulus (blz. '287), blijkens zijn herhaalde uitingen van alle anti-Zeeuwsche smetten vrij, aan het woord. In acht nemende, dat het bestel der c. en 1. stond aan de Algemeene Staten, „blijkt het vanzelfs, wait men van „den handel van desulken zeggen moet, die, op eigen gezag, „en tegen den wil der overige Bondgenoten, eenige bijzondere „beschikking daaromtrent gemaakt hebbeneene zake, ,zoo vlak strijdig met het oogmerk der Bondgenoten, als het „licht met de duisternis. En wanneer men hieraan het ge drag van Zeeland toetst, toen dat Gewest, op eigen gezag, ..het ander half licent, zoo vele jaren agter een, invorderen „deed, zal men hetselve nimmer van onregtmatigheid vrij pleiten". Aan den anderen kant oordeelt Paulus (blz. '290) over Holland (immers, schoon op naam der Staten-Generaal ge schied, behoort dit gebeurde alleen op rekening van Holland gesteld te worden!) dat „door ongehoorde middelen, die „van Zeeland dwong, om hunne Admiraliteit aan de gemeene „Staten te onderwerpen." Tot 1597 zegt hij verder, doch het is, zooals hiervoren bleek, niet geheel juist zijn de admiraliteiten provinciaal geweest. Een schriftelijke verbintenis, waarin de provinciën die aan de Generaliteit afstaan, bestaat niet. De superinten- demtie was niet overal aangenomen. Werd de nieuwe regeling gemaakt, opdat de Admiraliteitszaken beter behandeld zouden worden, dan is ook dit geen voldoende grond, „want ais cit „voorgeven genoeg is, om een provincie in dezen te nood- 2) Blijkens de Not. van Zeeland, 19 Sept. 1597, blz. 232, bad' echter reedis publicatie plaats gehad, doch ged eelte 1 ijk. Een paar bepalin gen zonderde men uit. Reeds aanstonds werd om der Zeeuwen eigen woorden te gebruiken „bet provisioneel accoord geïnfrigeert".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 117