55 schade van andere steden in Zeeland, onder oogluiking blijk baar van de Zeeuwsche admiraliteit Geen wonder, dat Holland „raadzaam gevonden heeft, „aan dien Admiraliteitsraad in bedenkinge te geven teneinde „deselve naer deszelfs wijze discretie daerin moge voorzien". Voorts zijn er bezwaren over het niet vervolgen van door den Commies-Generaal de Val aangebrachte klachiten betref fende omkooping van ambtenaren, over executie van aan gehaald goed e.d. En in verband daarmee nog een belangrijk bezwaar, ons herinnerende aan een oude grief, welke ik op blz. 36 besprak ,,Bn alsoo int 51 antikul van de generale instructie van de „Collegiën ter Admiraliteyten klaerlyeken in uytgedruckt „staet, dat geen zaecken mogen afgedaen werden, dan in de „tegenwoordigiheyt ten minste van twee provinciën, dat echter „die van Zeelandt, geene als de Haren, op alle aenschrij- „vingen committeeren, hetwelck tot geen andere intentie can „geschieden dan dat se andere provintiën buyten kennisse van „saecken soecken te houden, en terwijle bij de andere colle- „giën ter admiraliteyt gepractiseert wert op alle saecken met „twee provinciën te besoigneeren", weshalve aan de Zeeuw sche adm. in overweging wordt gegeven, van 's gelijke te doen „teneinde H. Ed. Gr. M., de Staten van Holland dus, „van alles beter worde onderregt." Nu er dus (vgl. blz. 45) op grond van het prov. accoord van 1597, afgevaardigden van andere provinciën in het Zeeuwsche college zitting hebben, weet men aan het doel waarmede dit was bepaald te ontkomen men roept die vreemde eenden in de Zeeuwsche bijt doodeenvoudig niet op Maar ook op andere manier werden zij buiten de zaken gehouden, en op misleidende wijze voorgelicht. Een ander stuk uit denzelfden bundel en het daarop ge geven commentaar zal dit duidelijk maken. Het is de„Staet van de admiraliteyt in Zeelandt, soo „van incomen als Convoyen en Licenten over de jaren 1645, „1646 en 1647, alsmede van de betalingen binnen de voorsz. „drie jaren daer tegens gedaen, mitsgaders 't achterheyt van ,,'t voorsz. collegie gerekent tot December 1648" (met nog eenige bij-staten) „gedaan 21 Nov. 1648." De staat is te uitvoerig om in zijn geheel te worden op genomen, doch ik heb den lust daartoe nauwelijks kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 125