58 „ongetwijffelt een middel wesen, waer door veele confusien en „disorderen souden worden geweert." De Zeeuwen zijn dus, om in een eerder geciteerde,, in de 17de en 18de eeuw gebruikelijke, terminologie te blijven, in 1648, over de geheele linie „in hun oude vrijigheden" ver vallen. Het zwaard tegen Spanje was wèl, en dat voor goed, begraven, maar de broedertwisten duurden voort. 1 16671670, Conventie van verdrag en vriendschap tusschen de collegiën ter Admiraliteit van de Maze en in Zeelandt van 26 November 1670, Als een oase in de oneindige woestijn van oneenigheden, vinden we in het Centraal Archief der Gemeente Amsterdam (Port. .Zeewezen, Admiraliteiten") deze conventie. Het is wederom de Hollandsche Admiraliteit, welke het initiatief er toe heeft genomen. Sinds 1667 is er over gebesoigneerd en zijn concepten ge formeerd en uitgewisseld het is er nu eindelijk toe ge komen. Beloften van wegnemen van misverstanden, goede vriend schap en medewerking leiden het zakelijk deel in. Men belooft wederzijds (tot op zekere hoogte) de generale placcaten te zullen nakomen, in het bijzonder het provisioneel accoord van 1597 en „wel specialyck de woorden van 't voorsz. accoord", die betrekking hebben op het half licent en 't geen daar verder, ook wat de convooien betreft en de doorvaart door Zeeland en Holland, mee samenhangt, doch met eenige na dere, beperkende, omschrijving. (Er zijn Staten Generaal, doch ten slotte zijn er ook nog Collegiën ter Admiraliteit En wanneer er door één der Collegiën iets -ten onrechte zou zijn ■geheven, zal van restitutie wederzijds worden afgezien. Het is, zou men zeggen, al „boter tot den boom", het is al 1) De twist werd niet uitgevochten. De Hullu vermeldt op biz. 503 een Vertoog van de Admiraliteyt op de Mase, te vinden in dat archief, aan de Staten van Holland omtrent de inbreuken door de Admiraliteit van Zeeland gemaakt op de Hollandsche gerechtigheid in het halve licent van 12 Maart 1649. Zie over dit tijdperk ook nog de „vermaarde verhan- „deling van de provincie Holland van 1654", zooals Paulus haar noemt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 128