59
,,pais en vrede". Doch men behoeft niet heel veel verder te-
gaan in de historie, om te zien, dat het bij goede voornemens,
zco die er waren aan Zeeuwsche zijde, is gebleven 1
16701687, Tariefkwesties, De Graanpolitiek,
In de telkens gereleveerde resoluties is van tijd tot tijd
sprake van het eigenmachtig verhoogen en verlagen der
rechten, in afwijking van de officieele tarieven door Zeeland.
Nu eens gaat het over de wol, over de binnenlandsche manu
facturen, dan weer over eenig speciaal Zeeuwsch product.
Ten deele werden de daarover rijzende geschillen later af
gedaan door in gemeen overleg tot stand gebrachte tarief-
verhoogingen of verlagingen. Wie de de'liberatiën gevolgd
heeft over de Tariefsherzieningen, welke wij in de 19e en
20e eeuw meemaakten, deliberatiën, waarbij de sprekers vaak
de woordvoerders waren van bepaalde belangen, zal het ver
staan, dat de onderhandelingen over een tariefsherziening on
der de Republiek veelal hierop neerkwamen, dat elke stad,,
elke provincie, in verband met haar eigen handel of industrie-
de tarieven trachtte te bedingen, welke haar het meest wen-
schelijk schenen.
Op geen enkel punt namen die meeningsverschiWen zooda
nige proporties aan, als die omtrent de rechten op de granen,
waarover van Rees, blz. 212-233 en van Dillen, Econ.-His
torisch Jaarboek, deel III, uitvoerig verhalen.
Wat van Rees ter zake schrijft, is niet alles juist, en het
is zeker niet volledig en ook in latere schrifturen men zie
hierna treft men m.i. niet geheel juiste beschouwingen
aan. Het is intusschen zeer moeilijk om in een en ander een
geheel juist inzicht te krijgen.
Zeeland met zijn bijkans geheël uit vruchtbaren kleigrond
bestaanden bodem, drong vooral na de acte van Naviga
tie, welke haar scheepvaart afbreuk deed op verhooging
van het invoerrecht op graan en koolzaad aan.
1) Dergelijke pogingen van Hollandsche zijde om een eind te maken
aan de geschillen zijn er wel meer geweest. Zie o.a. Conventie van 12 Aug.
i „1707 (Ree. Zeesaaken III, blz. 515) om te dienen tot een plan van.
„vaste grond, waar op de ontstaane differenten tusschen de respective
„Provinciën van Holland en Westvriesland en van Zeeland op een ami-
„cable wijse uit de weg souden konnen werden gekit." Hoe weinig effect
deze conventie had, zie men hierna (1725).