64 ken 1452, biz. 1315) indien de producten van ons eigen land moeten worden voorgestaan, moeten 'dan ook niet de graan- .rechten worden verhoogd 1 Het zijn deze Staatsstukken die den lezer, die de deli beraties van 1681 gelezen heeft, in „merkelijke" verwarring brengen, Hoe nu vraagt men zich af, was het niet Zee land, dat siteeds aangedrongen had op verhooging der invoer rechten en ook op verlaging der uitvoerrechten in het belang van zijn Landbouw (zie de deductie van 1671 en Zeeland's •contrageschrift.) Hoe kan het inu een voorstelling van zaken geven, alsof toen het moment gekomen was, waarop ook Am sterdam verhooging van graanrecht gewenschit achtte, daar door considerabele schade was toegebracht En kwam die schade voort uit het verhoogen van het in- •of het verlagen van het uitvoerrecht Zoo sterk was bij mij de twijfel -daaromtrent, dat ik meende, dat het bedoelde dedommagement wel om een geheel andere reden -gegeven zou zijn. Dies was het zaak, den oorsprong van dit dedommagement ■op te sporen. De in de „Jaarboeken" van 1752 vermelde uitspraak van Willem III vindt men -geinsereerd „van woorde te woord-e" in de geschreven Resolutiën der Staten Generaal van 8 Decem ber 1687, zijnde, staat er, „de uytspraecke bij Sijne Hoog- „h-eyt, ingevolge van H.H.M. resolutie van 11 Juli 1.1. -ge- „daen.... op d-e diff-erenten onstaen over de provinciale2) „belastingen bij -d-e Heer-en Staten van Zeelandt, geintrodu- „ceert, mitsgaders het dedommagement van -d-e schade, die het „Coll. ter adm. in Zeelandt sustineert te hebben geleden door „de veranderingen van het middel van de ink. en uitg. grae- „n-en, gedaen bij den 4 April 1681". Uit den inhoud der uitspraak vermeld ik het volgende Zeeland -eiseh-t d-e beslissing dat het g-erechtigd is tot 1) Ook deze zinsnede m-aakt 'het begrijpen van- een en ander moeilijk. .Men zou er uit opmaken, da-t -beide d-eze maatregel-en ingingen tegen de redenen waarom- in 1687 d-at dedommagement werd verleend-, doch het is juist omgekeerdOverigens blijkt uit de beslissing van 1687 met zooveel woorden, d-at zij alleen geldt, zoolang de rechten bij reso lutie 4 Apri-l 1681 vastgesteld-, worden geheven. Zie hierna, blz. 65. 2) In de uitspraak zelf staat „mitsgaders over de principale be- .„lastingen bij de H-eeren Sta-ten van Zeelandt geintrod'uceert", doch dit is mi. zonder twijfel een schrijffout.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 134