66
Holland en Zeeland zijn ter zake niet tot overeenstemming
gekomen, weshalve de Staten Generaal besluiten, dat de
beslissing der differenten op ,,de gronden ende fondamenten"
van de resolutie van 9 Jan. 1683 zal komen aan Z.K.H. als
Admiraal-Generaal,
Waar ook deze bijzonderheden niets verder brengen om
trent de werkelijke punten van geschil, is het noodig, ook die
resolutie van Holland van 9 Jan. 1683 te bezien.
We bevinden daar dan, dat er op dien dag is gerappor
teerd over het verhandelde tusschen gecommitteerden van
Holland en Zeeland ,,soo wel noopende de belastinghe te in.'
tvoduceren op de wijnen, als noopende de voldoeninghe van
,.'t gunt het Coll. ter Adm. in Zeelandt soude moghen min-
,,der trecken, als het voor desen heeft getrocken, ter saecke
,.de granen uyt dese landen vervoert werdende, in de uyt-
gaande rechten staen te werden verlicht"
Waarop H.H.M. bewilligen, dat in de nieuwe lijst de
voorsz. wijnen (ink.) zullen worden verhoogd van twee gul
den tien stuyv.'.s tot drie gulden hei vat.
Dat Zeeland van de Collegien ter Adm. in Holland zal
worden goedgedaan uit de ink. rechten op de granen, wat
het Zeeuwsche College door het verlichten van het uitvoer-
recht op 'het graan is komen te verliezen.
Om dit bedrag te bepalen, zal een lijst worden gemaakt
van de granen in Zeeland gedurende 6 jaar ingevoerd,
mitsgaders van de granen die aldaer in de voorschreve 6
jaar, door den anderen geslagen zijnde, en berekend, wat het
aldus becijferde gemiddelde aan uitvoerrecht jaarlijks zou
hebben opgebracht, indien die rechten niet waren verlaagd.
Bij den ontvang van de ink. granen van het Zeeuwsche
College zal moeten geteld de meerdere belasting nu (1683)
op de granen gesteld en het graan-uitvoerrecht dat nu (1683)
volgens tarief verschuldigd is. Uit dit stuk worden ons
verschillende dingen duidelijk
De schade, die Zeeland heeft geleden, heeft het niet ge
leden door de verhooging van het invoerrecht, (integendeel
had het daaruit gelijk ook te verwachten was -voordeel
en daarom moet dit worden gecompenseerd), maar door het.
verlagen van het uitvoerrecht. Deze verlaging is dus schade
lijker geweest, dan de verhooging van het invoerrecht. Dat is
te begrijpen, doch het door Van Rees en van Dillen gepubli
ceerde komt er door in een ander licht en de bereidwilligheid