67
van Zeeland bij vorige gelegenheden om tegenover verhoo
ging van invoerrecht het uitvoerrecht te verlagen, zou alleen
daaruit zijn te verstaan, dat toen de verhooging veel grooter
was, dan die welke in 1681 bij compromis was vastgesteld.
Over de provinciale belastingen" waarvan in de stukken
sprake is, worden we ook hier niet veel wijzer en in de uit
spraak van Prins Willem III van 1687 wordt er in het geheel
niet meer over gerept.
Het zou mij te ver voeren, wanneer ik mijn onderzoek over
dit onderdeel nog verder voortzette.
Eén ding zal weder duidelijk geworden zijn Zeeland wist
ten aanzien van het Tarief èn rechtstreeks èn zijdelings
voordeden te bedingen, die het een andere provincie waar
lijk niet gemakkelijk geweest zou zijn, om te verkrijgen.
1687-1702, Admodiatie.
Intusschen bleef, cp de basis van het provisioneel accoord
van 1597 het beheer der Zeezaken, de administratie der con-
voyen en licenten, geschoold, zonder dat ter zake ooit volle
dige overeenstemming of goede samenwerking met Zeeland
Werd verkregen.
Het heeft geen zin, om van dit gekrakeel nog meer voor
beelden te vermelden.
Genoeg zij, dat het intusschen met de eenparige heffing
al slechter en slechter ging.
,,In Zeeland liep", zegt Wagenaar, „alles in 't wilde. Men
„verleende daar naar welgevallen ontslag van het plakkaat en
„de lijst."
In deel LXXI, blz, 337, schetst deze den toestand in het
begin der 18 de eeuw aldus
,,De Gewesten hadden, al sedert verscheiden jaaren, ge
raadpleegd op bekwaame middelen, om de Gelei- en Verlof-
gelden te doen heffen, op eenen eenparigen voet, waarin,
„bijna van de opregting van den Staat af, groot gebrek ge-
„weest was. Ten deezen einde, was, reeds voor lang, een
„ontwerp gemaakt, om de helft van 's Lands middelen te
„water in Admodiatie te geven. Doch over de uitvoering van
dit Ontwerp kon men 't niet eens worden, onder de Ge
westen."
Over deze Admodiatie, verpachting, een enkel woord. Het
betreft 'hier een geschilpunt tusschen Zeeland en de overige