69 expeditie geld en een groote vloot noodig had, zette hij, om hoogere opbrengst te verkrijgen, admodiatie, nu voor de helft, door (Res. 1 Juli 1687, Ned. Placcaatboek deel 2, blz. 71 ,,Op hoope en vertrouwen van daardoor de verschulde ,.'s Lands Regten alomrne eenpariglijk werden ingevorderd"). Ze werden, niettegenstaande de opbrengst inderdaad om hoog was gegaan, slechts voortgezet tot 1690 toen men haar beëindigde, na menige klacht ook van de admodiateurs Sickengablz. 129) die telkens herhaalden, dat „zij door de „colleges, door de ambtenaren, ja van alle kanten, met moei lijkheden werden geaccableerd." Toen na den vrede van Rijswijk in 1702 de nood opnieuw fel neep,1) ging men opnieuw te rade, tot admodiatie voor de .helft over te gaan, gesteund door de landprovinciën, die steeds op stricte toepassing aandrongen, omdat, indien de conv. en lie. niet genoeg opbrachten, zij mede gelden voor de vlootequipage moesten opbrengen. Een ontwerp placcaat, waaraan de Adv. Fiscaal Visscher, van Slingelandt (toen Secrs. van den Raad van State), Hiob de Wildt, secrs. van de Adm. te Amsterdam en Mr. Jacob Hob, pensionaris van Medemblik medewerkten, kwam in dien geest tot stand. ■Doch Zeeland, opnieuw en terecht, bedacht, 'dat de admo- diateur op stricte toepassing der placcaten en volledige hef fing der rechten zou aandringen, verzette zich daartegen met kracht en verklaarde zich tegen de verpachting „bij formeel Staatsbesluit 2als wordende deselve aldaar ten eenenmale bedenkelijk gehouden". En nogmaals was der Geist der stets verneint de sterkste, vooral toen Amsterdam zich bij Zeeland aansloot „de gelegenheid tot het geven van speling om tegen de sluikers te kunnen markten moest men niet uit het oog verliezen." Visscher beweerde echter, dat het, naar ook uit het verleden bleek, heel wel mogelijk was, met de pachters op dergelijken voet te handelen. Er moest dus, toen de pogingen om tot verpachting over te gaan, waren mislukt, opnieuw naar andere middelen worden uitgezien. 1) Vgl. Wagenaar LXXI, blz. 337, Notulen v. Zeeland 1725, blz. 2 T. 2) Brochure: „De Geest van het Plakkaat van 1725" Uitg. Gartman, 1816. Pamfl, Kon. Bibl. no. 24295. Volgens een aanduiding van Van Rees (blz. 209, noot 2) geschreven door J. Sdheltema.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 139