71
De punten waarom het daar in hoofdzaak ging, vinden we
gerecapituleerd in de Propositie, die de Gedeputeerden der
Staten-Generaal ter vergadering van de Staten van Zeeland
in 1725 deden.
Zie nota d.d. 8 Febr. 1725, geïnsereerd in de Notulen der
Staten van Zeeland van 1725 (blz. 2).
Aan die reis van deze Gedeputeerden was heel wat vooraf
gegaan. Telkens en telkens weer hadden de Staten-Generaal
op aandrang vooral van Holland, getracht tot een nieuw ac-
coord tusschen de geallieerde provinciën te komen, maar
Zeeland bleek daartoe niet te vinden. Dat schoof telkens
maar weer de zaak op de lange baan. De zes andere provin
cies waren allang tot overeenstemming geraakt en Holland
wilde nu een laatste poging wagen, om op deze wijze tot een
overeenkomst met Zeeland te komen.
Maar Zeeland zag het dreigend gevaar naderen en deed
de Staten-Generaal weten, dat de reeds definitief op korten
termijn aangewezen delegatie van Holland voor een gesloten
deur zou komen de vergadering der Staten zou juist zijn
beëindigd, terwijl het in verband met het weer, hetzelfde
excuus als in 1590, het was in Januari niet te zeggen
viel, wanneer ze weer bijeen zouden komen (blz. 3 Not. Zee
land 1725).
De Staten-Generaal merkten later droogjes op, dat die
vrees niet erg groot behoefde te zijn, omdat het erg zacht
en zomers was in die dagen
Eindelijk echter kon men de gewenschte samenkomst niet
langer ontloopen.
Zóó waren dan de door de Staten-Generaal afgevaardigde
Gedeputeerden in de gelegenheid den droevigen staat en het
notabele verval van vloot en commercie eindelijk aan de Sta
ten van Zeeland te Middelburg voor te dragen.
Zij wijzen op de volgende punten
le. De oorlog heeft de schuldenlast der Admiraliteiten
zeer verhoogd, terwijl de opbrengst der middelen steeds ge
ringer werd.
2e. Menigvuldige sluikerijen bewerken dagelijks nog on
gunstiger wordende resultaten.
3e. De diversie en versparringhe van navigatie en
commercie neemt hand over hand toe.
En de middelen van redres welke zij meenen te kunnen