88
En daarom, zelfs indien de Admiraliteit vonnist dat par
tijen (d.z. de Fiscaal en de overtreder) tot een accoord zullen
moeten komen bij compositie „schoon de Raedt haer van
„goede manieren renvoyeert") vermogen „de Fiscaels gantsch
„niet te composeeren" zoo werd nog bij Res. 1 Juli 1645
(Gr. Plb. III, blz. 1241) beslist.
En als den 19den Juli 1687 (Gr. Plb. IX, blz. 1243), met
afschaffing van alle vorige, een nieuw plakkaat op den ophef
der convoyen en licenten wordt uitgevaardigd, wordt op
nieuw uitdrukkelijk bepaald (XXVIII), dat gecommitteerde
Raden ter Admiraliteit „sonder eenige compositie of modera
tie, airectelyck of indirectelyck, praeciselyck en rigoureuse-
„lyck, de voorschreven poenen en correcties..... (hebben) te
„executeeren."
En ook dit was nog niet voldoende, warut reeds den 8sten
Augustus 1687 (Gr. Plb. IV, blz. 1254) was het noodig
en men denkt, blijkens hetgeen op blz. 1255 is vermeld, op
nieuw aan Zeeland „siende het groote verval van de c. en
„1., de groote inegaliteyt die omtrent den ophef onder de res
sorten van de gemelde collegies wierden geobserveert,
specialyck ook volgens de teneur van dien ('t voorsz
...placcaet) ie procederen tot eyndelycke sententie, 't sy van
„confiscatie of van absolutie, sonder eenige saecken te ren-
„voyeeren aan Commissarissen, af te doen bij fine van com-
.positie, moderatie, redemptie of anderszinsanders"
en op deze zinsnede vestig ik nu dt aandacht -„dan met
„vrijwillijk consent en goetvinden van alle de geïnteresseerde
.partijen."
Dat (die laatste zin) is, zie ik goed, ten slotte de voetval
der Staten-Gemeraal voor een praktijk, die zij, trots alle re
soluties en plakkaten niet konden breken het algeheele ver
bod van compositie over de straf wordt vervangen door een
verbod van onderhandsche en gedwongen compositie alleen
die waarvan de Staten Generaal (of haar Vertegenwoordi
gers kennis droegen en welke zij goedkeurden, werd voort
aan toegelaten.
Dat de praktijk zoo werd, kan implicite blijken uit een Re
solutie der Staten-Generaal van 24 Juni 1766, Gr. Plb. IX,
blz. 752.
In hoeverre en in welke gevallen compositie op dien voet
nu eigenlijk was toegelaten, is uit de deels tegenstrijdige
resoluties niet goed op te maken. Zooals ik na gezette