VIII
29X14X?}/2 c.M. (deze maten zijn gemiddelden, die om
streeks 1 c.M. speling toelaten) de meeste dezer steenen
zijn rood, enkele ervan vertoonen een groen glazuur. De bin-
nenwerksche afmetingen waren in c.M. lengte 206, breedte
hoofdeinde 65, breedte voeteneinde 59. De bodem lag 1.50 M.
beneden den onderkant van het basement van den naastbij-
zijnden pijier der kerk en bestond uit meerendeels gele bak-
steenen van 24XX12XX6 c.M. Hierop lagen aan het hoofd
einde 4 haksteenen van deze zelfde afmetingen, die een ge-
lijkarmig kruis vormden, waarop hoofd en schouders van het
geraamte rustten. Aam het voeteneinde lagen op den bodem 3
baksteenen van 26X12XX6 c.M. Het graf was, zooals ge
bruikelijk, geörienteerd met het hoofd naar het Westen. De
plaats, waar men het vond, even ten N. van den Noordelijken
muur van de tegenwoordige kerk, is op den bijgaanden plat
tegrond met een X aangeduid.
Het geraamte was volledig en ongestoord aanwezig, met
opgerichte voeten de beenderen waren donkerbruin en erg
verweerd. Bij de minste aanraking viel het uiteen 'toen het
geopende graf eenige oogenblikken onbewaakt was, hebben
jongens het skelet vernield.
Van een houten kist zijn geen sporen gevonden, van metaal
evenmin.
Van de 4 wanden waren slechts de 4 onderste lagen bak
steen volledig aanwezig, waarvan de alleronderste dus op
hetzelfde niveau lag als de bodem. De 3 bovenste lagen ech
ter waren onvolledig hiervan was in hoofdzaak slechts de
Noordelijke lange wand, links van het lijk, aanwezig. Het
muurwerk van dezen wand en van den N. O. hoek hield ver
band met 'de muren varn soortgelijke graven, een aan het
voeteneinde en een ten Noorden van het eerstgevomden graf.
Of nog meer dergelijke graven op het terrein te vinden waren,
is niet met zekerheid uitgemaakt.
De vraag, hoe deze graven gedekt zijn geweest, heeft men
noch bij het eerstgevondene, noch bij aangrenzende grafste
den kunnen oplossen. De heer Klap vermoedt, op grond van
verschillende aanwijzingen, overkapping met een baksteen
constructie.
Hier was 'dus door toeval en nader onderzoek blootgelegd
een type van graf, zooals ons nog onbekend was. Behoud ter
plaatse bleek niet mogelijk of niet gewenscht te zijn en de
vraag was wat nu Het Rijksbureau voor Monumenten-