119 kennis gemaakt en dat de mogelijkheid van een vlootpredi- kantschap bij den grooten Admiraal hem als hoogste ideaal voor oogen stond. Een verloving of huwelijk kon aan de verwezenlijking hiervan niet dan in den weg staan. Dat ik de mogelijkheid van een ontmoeting en kennismaking met de Ruyter aanneem, vindt zijn oorzaak in de omstandig heid, dat deze toenmaals te Hekelingen eigenaar was van een hofstede, thans ter plaatse nog bekend als „de Ruyterstee", alwaar hij volgens overlevering van tijd tot tijd vertoefde. Bij zoodanig verblijf te Hekelingen moet hij zich meermalen onder het gehoor van Westhovius hebben bevonden en was kennis making van zelf sprekend. Maar, zooals gezegd, de familie de Meyer ging zich met de zaak bemoeien. Het begin was als altijd, dat men Westhovius opmerkzaam maakte op de praatjes, die er gingen. „De luyden en mensen van buyten", wier aandacht de omgang tusschen hem en Anna de Meyer getrokken had, veronderstelden een verhou ding „tussen haer tween, die buyten vrijagie niet kon de bestaen". Dit middel baatte niet Westhovius was er allerminst de man naar om zich aan praatjes van het publiek te storen. Men ging dus verder en dreigde, dat men dan „seer quade getuygenissen van syn persoon soude verwecken". Deze vrij giftige bedreiging, zeker niet aangenaam voor een jong predikant, miste eveneens effect. Heeft Westhovius ge dacht, dat hij hierna wel met rust zou worden gelaten, dan vergiste hij zich zeer. Wie den moed had de familie de Meyer te weerstaan, kon zich verzekerd houden, dat hem nog heel wat te wachten stond. Dit bleek al spoedig, want volgens mededeeling van West hovius „souden meerder dreygementen aen hem geschiet sijn om soo van als door den broeder geëffectueert te werden in dien hij sigh dit ooghmerck" (het ten huwelijk vragen van Anna de Meyer) „quam te ontrecken". Onder hen, wier optreden in deze zaak juist niet van zacht zinnigheid getuigde, nam deze broeder, Hendrick de Meyer x), wel de eerste plaats in. Hiervan bleven een paar teekenende voorbeelden bewaard, die ik niet mag nalaten in te vlechten, 1) Hendrick de Meyer huwde Augustus 1686 te Schoonhoven met Anna van Kempen. Overleed te Dordrecht 13 Mei 1691.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 189