122
Wat in de bijeenkomst werd verhandeld, is niet bewaard
gebleven maar wij kunnen ons het optreden der beide heeren
zoo duidelijk voorstellen, wanneer wij Westhovius hooren
verklaren, dat hij zich, „na dat hij veel blijcken van sijn on-
geniegentheyt getoont hadde, door de ontsagglyckheyt dier
mannen en haerer woorden x) en door de verder gedane
dreygementen des broeders" had laten intimideeren en een
hem voorgelegde trouwbelofte had geteekend.
Dit stuk was van den volgenden inhoud
,,Ick onderges. beloove met solemneele eede dat ick
sal gehouden sijn Anna de Meyer in het verbont des
huwelyckx te neeme, soo ras sij Professie van de ware
gereformeerde christélijcke religie gedaen heeft.
Gedaen 1671 (w.g.) Theodorus Westhovius,
Den 20 Octob. Eccl. in Hekelingh
ende dat ick haer dan sal trouwen voor
mijn echte vrouw".
Is dit nu, vraagt men zich af, de manier om een huwelijk
tot stand te brengen Lijkt het niet meer op een ijdele proeve
van de krachtdaden, waartoe men zichzelf in staat rekende
Met de vervulling van de bij het stuk gestelde voorwaarde
werd spoed gemaakt. In het doopregister van de Gereformeerd
de gemeente te Dordrecht staat aangeteekend
„Anna ende Ida de Meyer2) jonge dochters ende
gesusters sijn na belijdenisse haeres geloofs van de
Mennonyten tot onse kercke overgegaen ende op haer
versoeck tot Overschie gedoopt den 13 Decemb. 1671".
Had men verwacht Westhovius spoedig hierna voor het
altaar te zien treden, dan vergiste men zich deerlijk. Van een
huwelijk met Anna de Meyer was hij geenszins afkeerig hij
wenschte echter uitdrukkelijk, dat de verbintenis uit vrijen
wil tot stand zou komen en niet op grond van een op zoo
immoreele wijze afgeperste belofte. Dwang kon z.i. onmoge
lijk de grondslag voor een gelukkig huwelijk zijn. Men zie
bovendien niet voorbij, dat Westhovius aan Anna de Meyer
persoonlijk nooit eenige belofte had gedaan te haren opzichte
stond hij dus vrij.
Intusschen kwam de zaak tijdelijk tot rust vermoedelijk
tengevolge van de ernstige gebeurtenissen in het bekende
1) Ik cursiveer.
2) Ida de Meyer huwde in 1681 met den eveneens Gereformeerden
Dr. Bemhardus Laurenty, schepen te Nieuwvaart (Klundert).