124 In het laatst van September 1673 keerde hij te Hekelingen terug. Dra werd de wapenstilstand beëindigd en hervatte men met nieuwen moed de vijandelijkheden. Ditmaal was het een „meuye" die de belangen van Anna de Meyer zou gaan bepleiten en die wilde trachten door hare welbespraaktheid den Dordtschen kerkeraad tot krachtiger handelen te bewegen. Den 9 December 1673 verscheen zij ter vergadering en zette de grieven uiteen. De kerkeraad zat met het geval om hoog. Onmacht erkennen ging niethierdoor zou het gezag van de Eerwaarde vergadering zijn geschaad. Men wist niet beter dan nogmaals een brief tot den kerkeraad van Hekelin gen te richten. Daarbij zou nog eens extra op het gemoed der Eerw. broeders worden gewerkt. Men schreef, dat Westhovius „als een eerlyck ende stightelyck Predikant betaemt, sijn woort soo hoogh ende soo dierbaer, namentlyck met solemneelen eede bevestight, hadde behooren te houden ende gemelte Anna de Meyer tot sijn echte vrouw te trouwen, als sijnde nu de conditie bij hem bedonghen al langhe volbracht, soo is hij nochtans van sulx te doen tot noch toe gebleeve weygerigh ende in gebreecke niet tegenstaende menighmael ende seer ernstigh daer toe is versoght ende vermaent, jae geeft voor weygerigh te willen blijven en liever alles te willen lijden, als met voors. dochter te willen trou wen. Alle 't welcke sijnde seer quade voor een Chris ten, bijsonder voor een leeraer ende voorganger on- betaemelyck ende voor godts kercke seer ergerlycke ende aenstootelycke saeken (gelyck dan alomme met groote schandael daervan wert gesproocken) soo heb ben wij ons selve genootsaeckt gevonden, uyt liefde tot de eere van godts naem, stightinge van sijne dier- gecoghte kercke ende behoudenisse van de cracht ende luyster vant Hoogweerdigh Predicampt dese U Eerw. nochmael toe te sende, met vrindelyck versouck alles wat voorschreeve is in een heyligh gemoet ende goede consciëntie in de vreese godts te willen over wegen niet twijffelende of'ft sal die cragh't hebben op Uwe Cristelycke gemoederen, dat Uwe Eerw. daer- door sullen werden bewogen om haren predicant D. Westhovius van sijn ampt ende schuldighen plicht opt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 194