125 aller ernghste te vermanen, ende soo hij noch langer in gebreecke mochte blijven, tot het volbrenghe van sijnne gedane en beedighde belofte te brengen ende te houden te meer daer het is het ampt der Ouder- linghe (als in 't formulier van hare bevestiginghe te lesen is) opsight te neemen niet alleen op de leere maer oock op den wandel, ende t leeven van de die- naeren des woorts, dit van U Eerw. ende van hare lieffde tot de stightingh ende opbouw van godts ker- cke vertrouwende ende seeckerl. verwachtende, sullen U Eerw. ende derselver bedieninghe gode en sijnne genade beveelen den welcke wij U Eerw. bidde te willen overstorten met alle tijdelycke maer insonder- heyt met geestelycke segeninghe in Christo Jesu, Amen". Men zou verwachten, dat een dergelijk schrijven zelfs stee- nen gemoederen had moeten roeren. De kerkeraad van Heke lingen bleef echter nuchter en zakelijk en antwoordde bij schrijven van 6 Februari 1674 als volgt „Eerwaerdige Godtsalige seer discreete wel lieve vrinden en mede broeders in Cristo. De missive van U eerw. in date den 16 December 1673 hebben wij met de nevensgaende stucken ontfangen ende Ds. Westhovius voorgedragen de welcke niet en ontkent seeckere acte van troubelofte gepasseert te hébben maer sijn E. heeft ons vertoont dat hij d'eselve niet en heeft gedaen uyt eygen motyf of vriwillige ge- negentheyt of liefde tot de dochter, maer dat hem door dreygementen ende onbetaemelycke middelen sulcke formalia sijn afgeperst, veel weyniger dat sijn E. de- selve soude beeedight ende beswooren hebben geHck. U Eerw. schrijven, welcke saecken wij oordeelen niet tot 'den kerckelycken maer poletyken rechter te behoo- ren, hiermede afbreeckende blijven wij", enz. Het door den kerkeraad ingenomen standpunt is zeer po sitiefDe vraag of Westhovius al dan niet liefde voor Anna de Meyer gevoelt, laat hij rusten. Uitdrukkelijk wordt er echter op gewezen, dat liefde niet de beweegreden is ge weest tot het teekenen der trouwbelofte en dat alleen „dreyge menten en onbetaemelycke middelen" hem daartoe hadden bewogen. Ten overvloede wordt er dan nog aan herinnerd, dat de bewering, als zou Westhovius de belofte met ,,so-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 195