133 hij erkende niet het recht van de Classis om zich in de zaak te mengen. Ten slotte werd de procureur van Anckeren nogmaals binnengeroepen en verzocht „om sijn vorige voorslaegen te ex pliceren". Hij vroeg verlof nader te gaan informeeren blijk baar vertoefde Anna de Meyer ook in den Briel. Als resultaat van zijn bespreking bracht hij ter kennis van de aanwezigen, dat, zoo Westhovius ,,bij inductie der E. vergadering mochte werden bewogen tot executie sijner trouwbelofte", Anna de Meyer met „dochterlycke genegentheyt en involginge soude gereet en bereyt sijn maer wanneer Do. Westhoff sijn weder- willigheyt continueerde, sij van haer sijde oock niet inclineer de hem met den pleytsack tot haer te brengen". Het doet ons goed dit waardige antwoord te hooren. Hoe wijkt het af van den door den procureur van Anckeren in eerste instantie gestelden eisch, die niet anders dan censuur beoogde. Tot nu toe was Anna de Meyer, hoewel de hoofdpersoon, slechts passief geweest. Uit geen enkel woord, geen enkele daad viel af te leiden welke persoonlijkheid in haar huisde. Steeds had zij, als een gehoorzame dochter, gehandeld naar den wensch van anderen. Nu echter rechtstreeks haar meening gevraagd wordt, is het met de volgzaamheid gedaan en toont zij haar jonkvrouwelijke waardigheid, die niet duldt langer met zich te laten sollen. Zonder ook maar een poging te doen om haar genegenheid voor Westhovius te verbloemen, geeft zij duidelijk te kennen onder geen voorwaarde dwang te wenschen. Zal Westhovius haar trouwen, dan moet het uit vrijen wil zijn. Hoe diepen indruk moeten haar woorden op Westhovius hebben gemaakt. Blijkbaar deelde zij het door hem steeds in genomen standpunt ten volle. De Classis stond evenwel voor een beslissing. Het valt te bejammeren, dat de uitspraak geen enkele overweging bevat zeker is echter, dat voor een inquisitoriaal optreden, zooals men van de zijde der klagers begeerig tegemoet zag, geen ter men aanwezig werden geacht. De vergadering velde geen von nis, maar sprak alleen als haar gevoelen uit, dat Westhovius „in foro conscientiae" t) gehouden was Anna de Meyer te trouwen. De motieven, waarop deze conclusie gegrond was, blijven volslagen duister. Mogelijk heeft men de Dordtsche 1) Voor de rechtbank van het geweten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 203