136 bevreest sijn der waerheyt getuygenisse te geven maer eensdeels om redenen aireede en aliange voor desen nog eens geallegeert, anderdeels" (dit was een nieuwe vondst) „om dat dit getuygenisse der waerheyt niet en can gegeven werden sonder sich schuldich te maken aen overtredinge vant derde gebodt der wet, door on- noodich en lichtveerdigh sweeren, nademael de saecke ten principale klaer is ende gansch niet duyster in soo verre dat indien selfs alle de interrogatoria van de attestanten wierden beantwoort na 't intent van den requirant, hetselve hem geen voordeel soude aen- brengen, maer wel tot een grote beswaring soude strecken". Maar waarom, vraagt men zich af, hebben dan de beide predikanten, die het doen voorkomen zoo volstrekt zeker te zijn, de interrogatoria niet buiten eede ten behoeve van de Classis beantwoord Op die wijze zou toch, voor het vormen van een zelfstandig oordeel, een inzicht in de zaak verkregen zijn, oneindig helderder dan nu door de groote, nietszeggende woorden mogelijk was. Westhovius behoefde echter het antwoord niet meer zijn doel om nog eens in het licht te stellen hoe klein zijn tegen standers waren, had hij volkomen bereikt. Tusschen hem en Anna de Meyer was de zaak al lang in orde. Zoodra was ko men vast te staan, dat elke schijn van dwang was uitgesloten, deed hij uit vrijen wil, wat met geweld nooit van hem zou zijn verkregen. Toen hij dan ook in de Classicale vergadering van 24 Sep tember 1674 opnieuw gehoord werd, verklaarde hij voorne mens te zijn „de E. Classe met de eerste gelegentheyt con- tentement te geven" en op de vraag „waardoor volgde wel gemoed en opgewekt het antwoord „in het trouwen van Anna de Meyer en dat binnen sodanigen tijt, in welcke de E. Classe genoegen nemen sal". De vergadering had blijkbaar meer vertrouwen dan de Dordtsche heeren. Men verklaarde althans niet te twijfelen of „Ds. Westhovius sal daerinne met alle oprechtigheyt han delen". Dit vertrouwen heeft hij niet beschaamd in het voorjaar van 1675 werd zijn huwelijk voltrokken en mocht hij, na veel wederwaardigheden, Anna de Meyer als „sijn echte vrouw" de pastorie te Hekelingen binnenleiden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 206