137 Dat -de verhouding tusschen Westhovius en de Dordtsche predikanten, speciaal Ds. Lydius en Vrechemius, na al het voorafgegane, vrij gespannen was, laat zich verklaren. Hij wenschte dan ook zijn huwelijk niet door een hunner vol trokken te zien en trouwde te Bleskensgraaf. Wij hebben reden om aan te nemen dat de echtverbintenis, waaruit 9 kinderen sproten 2), oprecht gelukkig is geweest en dat hij in Anna de Meyer de vrouw heeft gevonden, wier levensopvatting zich geheel aan de zijne wist aan te passen. De geschiedenis van de trouwbelofte schijnt hiermede ten einde inderdaad is zij dat niet. Het verheugt mij een slot te kunnen toevoegen, dat althans eenige bekoring geeft aan de overigens niet zeer verkwikkelijke historie. Spoedig brak de tijd aan, dat Westhovius opnieuw de Ruyter zou vergezellen, ditmaal op den tocht naar de Middel- landsche zee, die de laatste was van den grooten Admiraal. Had Westhovius zich in 1673 vrijwillig aangeboden, thans was het op uitdrukkelijk verzoek van de Ruyter, dat hij „welckers bequamheyt ons uyt sijn voorgaende diensten ge- noegh gebleecken is" tot het vlootpredikantschap werd uit- genoodigd. Zonder aarzelen gaf hij aan de roepstem van den aange beden Bestevaer gehoor, hoewel hij geenszins onbekend ge weest kan zijn met de gevaren, waaraan hij zich, ditmaal in het bijzonder, zou blootstellen. Verwondering moet het wekken, dat Westhovius, die zich zoowel door onverschrokkenheid als door trouw en zelf opoffering hoog onderscheidde, die door zijn volhardende bemoeiingen het belangrijkste aandeel had in de bevrijding der Hongaarsche predikanten, die, zooals de heer Joh. H. Been schrijft, ,,de Ruyter in zijn laatste uren bijstond en een paar maanden later -dwars door een vijandelijke zee heen naar Na pels en vervolgens naar Rome en door Tyrol en Duitschland heen de hulp van het vaderland ging inroepen voor onze in nood verkeerende zeemacht, om vervolgens met den schout 1) Aldaar was te dien tijde predikant Ds. Antonius Viechemius, de jeugdvriend en studiemakker van Westhovius. Te zamen doorliepen zij de latijnsche srihool te Dordrecht en op denzelfden dag (24 September 1667) werden beiden te Leiden als student in de theologie ingeschreven. 2) Zie omtrent het gezin Westhovius de bijzonderheden aan het slot van dit artikel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 207