XII
Waarde, de zoon van Wolfaard van Burgh had met de Abdij
van ter Doest moeilijkheden over de tienden van Burgh (in
Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen), wilde zijn eigen rechter zijn
en had monniken van ter Doest, behoorende tot den uithof
dezer Abdij in Krabbendijke, aangevallen en beroofd. In 1258
moest Jan van Waarde ongelijk bekennen en blootsvoets boete
doen in de kerken van „Warde, (N.B. zijn eigen heerlijk
heid!) Nieulant, Scoude en Crabbendic."
Hoewel wij de bewijsplaatsen voor 'deze beweringen pas
in het aangekondigde artikel kunnen geven, is hiermee het be
staan van een kerk te Waarde in de 13e eeuw toch voor-
loopig aannemelijk gemaakt. Tot dit oudere kerkgebouw kan
het fundament behoort hebben, dat bij het graafwerk op het
zelfde terrein gevonden is, loodrecht op den Noordelijken
muur van de tegenwoordige kerk, juist tegenover een pijler
(zie plattegrond). Dit stuk fundament is 75 c.M. dik en be
staat uit moppen van 28X14X7 c.M. het is moeilijk aan te
nemen, dat dit behoord heeft tot de 14e-eeuwsche kerk. Wel
licht zou een uitgebreider opgraving van het onbebouwde ter
rein bij de kerk de plattegronden van deze oudere en van de
34e eeuwsche kerk aan het licht kunnen brengen.
Met het oog op de mogelijkheid van later onderzoek ter
plaatse deel ik nog mede, dat het aangetroffen muurwerk
uitgebroken is en de moppen bij de restauratie gebruikt zijn.
No. 1341. Romeinsdhe unster of weeghaak (Latijn statera)
van brons. Gevonden te Burgh (Schouwen) in aange
voerd grind, dus vermoedelijk uit Rijn of Waal afkomstig.
Geschenk van den heer J. A. Hubregtse te Burgh.
Dit is dus (Fig. 3 en 4) een ongelijkarmig weegtoestel, zoo
als men beschreven en afgebeeld vindt in de meeste boeken, die
de Romeinsche techniek behandelen. Vitruvius, „de Archi-
tectura" Lib. X Gap. 3 §4 vermeldt de statera om het principe
der hefboomwerking te demonstreeren een duidelijke teelce-
ning, naar een te Pompeji gevonden exemplaar, vindt men in
de vertaling van dit werk door J. H. A. Mialaret (Maastricht
z. j. 1914). Ons voorwerp heeft een scherp haakje (geen
schaal) om den last, dien men wegen wil, aan te hangen en
twee gebogen „ansae' handvatjes, of, juister gezegd, vinger-
vatjes, die, naar keuze, een van beide als ophangpunt van
de unster kunnen dienen. De lange arm (scapus) van den
evenaar is verbogen, maar behoort lijnrecht te zijn en is m de