144
Biografisch Woordenboek van v. d. Aa werd hij in 1717 te
Gorinchem benoemd tot rector van de latijnsche school en
hoogleeraar in de welsprekendheid.
Margareta. In Juli 1699 te Zevenbergen na afgelegde be
lijdenis als lidmate toegelaten. Later niet meer aangetroffen.
Anna. In Juli 1701 te Zevenbergen na afgelegde belijdenis
als lidmate toegelaten. Overleed aldaar 26 Januari 1716.
Everdina. Waarschijnlijk elders opgevoed. Kwam in Juli
1699 met attestatie te Zevenbergen van 's-Hertogenbosch en
vertrok 3 Juni 1708 naar Utrecht.
Everhardus. 6 October 1701 te Leiden als student in de
theologie ingeschreven. October 1703 te Zevenbergen na af
gelegde belijdenis als lidmaat toegelaten. Vertrok 20 Maart
1708 als predikant naar het leger; sneuvelde 11 September
1709 in den slag bij Mons (Malplaquet).
Nicolaus. Wordt omstreeks 1704 te Zevenbergen aangetrof
fen 'als getuige bij notarieele akten. Woonde later te Londen,
blijkens een na den dood zijner moeder afgegeven volmacht.
Rudolphus Henricus. Genoemd naar Rudolphus Bressy,
drossaard en dijkgraaf te Zevenbergen en Hendrick de
Meyer, die beiden als getuigen bij den doop optraden. Met
genoemden heer Bressy en D. Held, penningmeester van den
Ouden polder van Zevenbergen, gaf Ds. Th. Westhovius in
1691 bij D. Goris te Dordrecht uit„Philosofische en Mathe
matische Waterspeculatiën omme de Roovaart en de haven
van Zevenbergen, enz. met voorslagen tot verbetering van den
Nederrijn en den IJssel" (Universiteitsbibliotheek te Utrecht
Math, en Astron, No. 1181). Vermoedelijk op jeugdigen leef
tijd overleden.
Elisabet. 20 September 1709 te Zevenbergen na afgelegde
belijdenis als lidmate toegelaten. Vertrok in 1711 naar
Utrecht.