XIV noemt men de unster gewoonlijk „bilancia", zonder dus in den naam onderscheid te maken met de gelijkarmige, twee- schalige balans, maar in de woordenboeken vindt men voor unster ook den term „Stadèra" als ik goed ingelicht ben, is dit woord speciaal in gebruik voor ,,una specie di bilancia", n.l. voor een groote unster met een haak (zonder schaal) om bijv. manden te wegen. In het Fransch heet een unster ,,ro- maine" in het Italiaansch echter wordt met „romano" alleen het loopgewicht aangeduid. In de woordenboeken vind ik een spreekwoord vermeld „Ogni stadera ha il suo romano", let terlijk elke unster heeft haar loopgewicht, met de beteekenis elk ding heeft zijn keerzijde, of men kan elk ding van twee kanten bekijken hoewel het ontstaan van de figuurlijke be teekenis uit de letterlijke mij niet volkomen duidelijk is, ver moed ik dat de boven beschreven omkeerbaarheid van de unster met twee ansae (hengels), de oorsprong ervan is. Om de werking van ons instrument in het Museum volledig te kunnen demonstreeren, heb ik aangekocht: No. 1363. Ita- liaansche stadera, lang 86 c.M., zonder schaal afkomstig uit het dorp Sasso di Bordighera (Prov. Imperia). Het loop gewicht draagt het opschrift „portata 56 Chilogr". Het toe stel aan het eene hengsel vasthoudende, kan men wegen van 0,3 tot 15,1 KG. opwaarts, derwijze dat de afstand van 0,3 tot 15,3 KG. 70 cM. meet en door 150 streepjes (tacche) van 1 ons elk verdeeld wordt (7 cM. 15 streepjes). Het andere hengsel gebruikende, vindt men op de andere zijde van den stang de verdeeling van 14,0 tot 56 KG., d.w.z. 70 cM., ver deeld in 210 strepen van 2 ons elk (5 cM. 15 streepjes). Deze unster is dus geschikt om landbouwproducten of baaltjes meel te wegen, maar niet, waar het op een half ons aankomt. Vandaar de spreekwijze .pesare colla stadera del mugnaio", wegen met de unster van den molenaar, met de beteekenis de zaken niet zoo heel nauw nemen. Onnoodig te zeggen, dat ons Romeinsch instrumentje in zijn goede dagen heel wat nauwkeuriger gewerkt heeft. No. 1337. Spade, uit één stuk hout gesneden herfst 1927 gevonden in de derrie aan het strand tusschen Domburg en Westkappel door den heer M. Slabber te Domburg. Hoewel het uitgraven met veel zorg geschiedde, is aan het ondereinde een stukje afgebroken zooals men op afb. 5 ziet, hadden blad en greep (handvat) dus precies dezelfde vormen en af-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 26