XIX zij die der burgers of wel van het platteland, had zij steeds belangstelling en, als zij het een of ander, dat hierop betrek king had, kon verkrijgen, liet zij zelden de gelegenheid tot aankoop ervan voorbijgaan. Een bepaald plan of eene bepaal de periode heeft zij echter niet op het oog gehad, zoodat er van een aanwinst uit een vast tijdperk niet kan worden ge sproken. Evenwel zijn bij de schenking alleraardigste stuk ken aanwezig, die vooral in volgende jaren zullen te pas ko men als het thans tentoongestelde kostuum in het museum zal moeten worden vervangen. Mooi is vooral een complete damesjapon van gekleurd ka toen met de ongeschonden ouderwetsche voering, de mode van 1780 representeerende. Een paar daarbij gevoegde hoepel rokken hebben toen ter tijde de draagster gediend om ge heel modieus gekleed te zijn. Verder bevindt er zich bij een in goeden staat verkeerende rood zijden borstrok met witte bloemen er op geborduurd, die waarschijnlijk den bewoner van de antieke kamer nog wel eens tot sieraad zal kunnen strekken. Evenzoo zal het lange vrouwenjakje van bruingrijs katoen te pas kunnen komen als het tegenwoordige der boerin versleten zal zijn. Boeren kindernachtjaponnetjes, Walcber- sche doekjes, beultjes, een kaphoed uit Walcheren en een dito uit Zuid-Beveland werden mede geschonken. Doch ook kleertjes van steedsche kindertjes zijn niet vergeten. Zoo is er een fraai geborduurde jurk bij met de daarbij behoorende onderjurk vervolgens kraagjes, mouwen en manchetten van ruim eene halve eeuw geleden. Juffrouw Johanna W. A. Naber is als deskundige zoo vriendelijk geweest op mijn verzoek de verzameling kanten te willen omschrijven. Zoo deelde zij mede, dat de collectie uit Rijselsche kant bestaat, een tusschensoort van de Mechel- sche en Valencienneskanten, kenbaar aan de stipjes (point d'esprit) en het netwerk, uit Mechelsche kant met varianten van den sneeuwgrond der Binche kanten tusschen de bloe men, uit Vlaamsche Troll e of pottekant, de versiering der Zeeuwsche boerinnenmutsen, en uit application uit het midden der 19e eeuw. De doorgestopte machinale kant is uit lateren tijd. De volledige lijst der aanwinsten luidt jongensvalhoed, gekleurde kousebanden en een bruin boe- rinnejakje, geschonken door N.N. twee Walchersche boerinnehoeden, een jakje, 11 kinder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 33