XXV
2. Rhinoceros tichorhinus Cuvier, Syn.Rh.antiquitatis Blu-
menbach, Harige Neushoorn,
3. Bison priscus Bojanus, IJstijd-Bison,
4 Cervus euryceros Germaniae Pohlig, Reuzenbert.
De gedaante dezer dieren wordt aan de bezoekers getoond
door afbeeldingen van wetenschappelijke reconstructies en
vooral door reproducties van de rake schetsen, die praehisto-
rische jagers in hunne grotten gemaakt hebben; immers was,
althans in de Zuidelijke helft van Europa, de mensch (het
Oro-Magnon-ras) gOtuige van deze Ijstijd-fauna. Telkens nog
worden in Zeeland botten van deze en ook van andere dier
soorten uit den Ijstijd Oipgevischt of opgegraven. Wij ver
zoeken dringend zulke vondsten tegen vergoeding van on
kosten op te zenden aan ons Museum, opdat dit specifiek
Zeeuwsohe materiaal niet te zeer verspreid rake, en behoorlijk
beschreven worde. Een catalogus van de verzameling is in
voorbereiding. Daar de hiervoor noodige literatuur niet bij de
hand was, zijn eenige separata aangekocht.
Gaarne betuigen wij hier nogmaals dank aan allen, die ertoe
medewerkten, dat de volgende mooie aanwinst voor het
Museum verkregen werd.
No. 1358. Bovenkaak en omgeving van een Mammout, twee
kiezen bevattende, terwijl een bijbehoorende stoottand (de
linker?) los bijgevoegd was. Opgevischt in den mond van de
Wester-Schelde. De stoottand is zeer kort en aan den top
afgesleten; de afmetingen zijn; aan de convexe zijde 98 cM.,
waarvan 50 cM. buiten de tandkas; aan de concave zijde
79 cM.; grootste omtrek 29 cM. De kiezen vertoonen:
1. X 12 °P 18X8 cM„ r. 13 op 17 X 8 cM. Of dit
stuk tot Elephas primigenius Bib. dan wel tot E. trogontherii
Pohlig behoort, laat ik liever onbeslist, tot ik meer materiaal
vergeleken heb.
No. 1332. Schedel van Homo van een kerkhof in het ver-
17e eeuw in West-Europa ingevoerd is en met kleine wijzigingen in
de spelling uit zijn werk in alle West-Europeesche talen overgegaan
is. De h, die men veelal achter het woord schrijft, berust op een
onjuiste etymologie. Witsen spelt „Mammout". Ik vind in van der
yieulen's betoog geen enkele reden vermeld om van deze spelling af
te wijken, zooals de Schr. zelf tot mijn verwondering wel doet. De
Duitsche zoölogen schrijven sedert lang „Mammut" (zonder h).