2 goed aan het gezag van den Habsburger onderwierpen1). Zij viel uiteen in een Zuidelijk deel, afzonderlijke Staat, met eerst den Koning van Spanje, later den Vorst van Oostenrijk als Hoofd, niet als zoodanig, maar in waardigheid van Graaf of Hertog van elk der gewesten, en een Noordelijk deel, dat tezamen tegen dien Koning van Spanje, althans tegen de Spaansche overheersching, tegen „le roi mal informé", althans, want het was den opgestanen in den aanvang alles behalve helder, tegen wien de strijd nu eigenlijk ging tegen het vertrappen van zijn privileges, vooht en zich had aaneengesloten in de Unie van Utrecht. De eenheid van den door Karei V gevormden Staat was belichaamd in het feit, dat zijn samenstellende deelen één vorst bezaten, die er naar streefde, zooveel mogelijk gelijk vormigheid te brengen in het bestuur en de gestie van de Vereenigde landen. Zooals de Bourgondiërs reeds beproefd hadden, dit geheele gebied te vereenigen en er eenheid van bestuur en rechtspraak te vestigen, zoo trachtte Karei V, toen de territoriale eenheid was bereikt, ook dit ideaal te verwezenlijken. Met den op stand viel de macht, die hier allengs leiding had kunnen geven, weg. Eerst onwennig nog, wisten de Provinciën met hun zelf- genomen vrijheid niet goed raad. Zij zochten zich een nieuw Staatshoofd, Anjou. Na die mislukte proef mislukte door zijn ontijdigen dood helaas een veel nationaler plan het opdragen der grafelijke waardigheid, althans in de provincie Holland, aan Willem van Oranje ten slotte werd, bij het stijgen der baren, aan Elisabeth van Engeland steun gevraagd en Soevereiniteit aangeboden. Doch al vaster kwamen allengs de Provinciale en Stedelijke Besturen, de Regenten, te paard, en zonder Vorst zette men den oorlog voortde Staten-Generaal en de Raad van State zorgden voortaan voor de eenheid tusschen de gewesten en 1) Bij hiun streven om al de Nederlandscbe gewesten onder hun gezag te vereenigen en tot één staat samen te 'hechten, haddén de Oostenrijksche vorsten niet gerekend op het verschil in volkskarakter, in regeeringsvorm en in maatschappelijken toestand, dat tusschen het Zuiden en het Noorden bestond, en ten gevolge der Hervorming door de verscheidenheid van godsdienst tot een ondempbare klove aangroeide. Van Rees, OorspTong en karakter van de Nederl. Nijverheids-politiek, bl'z. 151.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 72