«17 zin van generale middelen, dus de imposten-accijnzen èn de in- en uitvoerrechten) en afschaffing van het convooigeld. Eerst bij Res. van 26 Juni 1578 wordt door van Bergen het accoord met Holland en Zeeland gesloten, waarbij deze pro vinciën zich althans ten deele naar de wensc'hen der andere provinciën gedragen. Zoo waant men in 1580, Gr. Plb. I, blz. 2265, in het eerste generaal Plakkaat op naam van Aartshertog Matthias als algemeen Landvoogd, te kunnen schrijven „dat de koopman, „mits eens betaald hebbende, alomme vrij en vrank varen „mo-gte, zonder elders bezwaard te zijn". Het zou in werkelijkheid want, afgescheiden van de hierna te bespreken dubbele heffingen van generaliteits- convoy- en licentgeld, heeft men daarnaast provinciale in- en uitvoerrechten behouden, tot het fevolutietijdperk toe 200 jaren duren, éér het zoo ver kwam Het onderling gekrakeel duurt reeds aanstonds voort, als het Zuiden van het Noorden scheidt. 15791590, Het particularisme van Zeeland tegenover de andere Noordelijke Gewesten, speciaal tegen Holland, Het particularisme van Zeeland ten aanzien van de con- voyen en licenten tegenover de andere provinciën, speciaal tegenover Holland, treedt dan eerst recht naar voren. In 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten, die de Noordelijken nog nauwer verbinden moest, terwijl de Zuidelijken via de Unie van Atrecht het hoofd in den schoot legden. Vanaf 1580 tot het einde der achttiende eeuw vindt men telkens bewijzen en voorbeelden van Zeeland's monotoon afzijdig standpunt in de placcaat- en resolutieboeken terug. Mijn bestek laat niet toe, die alle volledig weer te geven, Dat zou trouwens geen voldoende nut hebben. Ik stel mij alleen ten doel, Zeeland's particularistisch standpunt naar voren te brengen, zooals het blijkt uit de groote momenten, die er, wat het gekozen onderwerp betreft, in dien strijd waren 1 1) Wat ter zake uit andere publicaties, b.v. bij De Hullu, kan blijken, laat ik terzijde, voor zoover ik het niet in mijn uiteenzetting noodig heb. Men moet natuurlijk niet meenen, dat de andere provinciën het steeds

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 87