27 land eenige bijzondere voordeelen te laten genieten, en, in 't overige, 't gezag -der algemeene Staten, om trent den ophef dei verlofgelden, ongekreukt te laten". Ik ben ook wat dit onderwerp betreft, begonnen met het citeeren van het Zeeuwsche standpunt. Reeds uit een vorig citaat is gebleken, dat Paulus de Zeeuwsche preten-tiën goed gezind is. Paulus, zoon van een Axelsch Burgemeester (men zie Nagtglas, blz. 354), stamt uit Staats-Vlaanderen en was als zoodanig wellicht geen onpartijdig toeschouwer. Doch er zijn meer redenen, om zijn lezing niet maar zoo aanstonds te aanvaarden. Allereerst hebben we in hem te zien een man van zijn tijd, gematigd in zijn opvattingen weliswaar, doch die voor de Republiek het federatief Bondgenootschappelijk stelsel dat de Unie kende, het eenige juiste achtte en van meer eenheid ten koste der gewestelijke zelfstandigheid niets weten moest. Dies staat hij steeds op de bres we zullen het ook hierna nog zien als hij achter Holland's eisch tot naleving der Plakkaten, maast winstbejag en eigenbelang, schending der Unie en aanranding der gewestelijke vrijheid zietx). Het tweede bezwaar is ernstiger Bij raadpleging der No tulen van Zeeland van 1596 en 1597 blijkt toch, dat Paulus de daarin gegeven voorstelling van zaken, en het verloop daarvan daar uitteraard zeer volledig weergegeven - zonder meer heeft geëxcerpeerd en op het daar vermelde alleen, zijn conclusie gebouwd. De gevolgde handelwijze kan geen deugdelijke conclusie waarborgen. Niet alleen is het duidelijk, dat deze voorlichting zeer eenzijdig is, doch bovendien zijn in die notulen uitteraard alleen opgenomen die resume's en die officieele Staatsstukken, welke een meer openbaar karakter hadden. Laten we dus nu georienteerd door Paulus' uiteenzet ting, die men, zooals gezegd, in zéér uitvoerigen vorm in de Notulen van Zeeland volledig kan weervinden zien, wat de Resolution der Staten-Generaal ons omtrent het geschil leeren. 1) Eigenaardig is echter, dat die zelfde Paulus later Advocaat-Fiscaal van de Hbllandsche Admiraliteit van de Maze werd en nog later Presi dent van de Eerste Nationale Vergadering! (1796).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1929 | | pagina 97