95 Edele heeren, wijlt ons fijolievkens assusteeren, Want wij sijn int voorstel groen; Wij sullen verquijcken met alle dierkens. Edele heeren, wijlt ons fiolierkens Jonnen, dat wij bloejen als Egelantierjens, Met deugt verwijnnende sijn wij in het spel koen. Edele heeren wijlt ons fiolierkens Assisteeren want wij sijn in het voorstel groen. Dit bidden wij uwes dienars en gij zult wel doen. Het 3 artikel. Gesien bij onderschreeveu als Ambaghsheeren van de prochije van Schravenpolder dese reqeste ende deselve bevindende eerlick en bijllick ende profitabel van alle jonge geesten om hunselven daarin te versijeren en den geest te versieren, hebben gekonsenteert en konsenteert bij dese mijne letteren den voorschreven remon stranten alle hetgene in de requeste (staet). Geheijndt2) den 10 maarte 3) bij mij Lieven van Kats. Het 4 artickel. Prevelegie der Kamer van Retoriek bijunen Schravenpolder. Alle eersarne kunstijge bemijnders salut; alsoo ledigheijdt bijsonder in jonge gesellen ende jonge persoonen is moeder ende den wortel van alle kwaadt, soo ist oorboorentlick te raden alle jonge eerbaare persoonen, dat sij haar bekommeren goede ende eerlicke recrentie 4) useerende ende gebruijekende genuchte sonder dorpelheijt, soo hebben sommijge persoonen ter eeren der konste van retorijeke opgesteldt een heerlick ende profijtelick 5) gijlde derselver konste bijnnen deprochij van Schravenpolder, bekommeren 1) Dit rijm ontbreekt in 't afschrift van 1792. 2) In 't afschrift van 1792 gementeneerd, in dat van 1784 geijment. 3) 1792 ontbreekt deze datum. 4) Recreatie. In 't afschrift 1792 staat: nieuwe wetenschappen. 5) In 't afschrift van 1792 staat: pointelijk!

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 157