96
en geven haer tot genuchte ende dichte van speelen in voile gijld l),
in deweleke gijlde of 'broederschap van Retorijcke elck dies
weerdigh sijnde inkoomen magli in der manieren hiernaar ver-
klaardt ende dit broederschap sal sijn genaemt het geselschap
der fiolieren, spruijtende uijtter harden2), deurloopende met een
rolle, inhoudende dese naarvolgende woorden: Met deught ver-
wijnnenende. Har patronesse sal sijn Ste Barbara.
Het 5 artickel.
Van offeciere te maken.
Item soo sal men kiesen ofte loten bij meeste 3) van de Ka
merbroeders om eenen prinse op Sint Nicholaasdagh naardat de
kloeke drie sal geslogen hebben, welcke prinse gekoozen sal sijn
sal een stathouder 4) dewelcke te samen sullen maken drie dekens,
dewelcke sullen uijtgeven ende ontfaugen als dat de kamer
hangaadt ende indien daer imandt gekoozen wert ende dat weijgert,
die sal verbeuren tegen den prince de boete van 5 scli. 5) ende
nogh staan tot groote corecti. 6)
het 6 Artickel.
Van rekeninge doen.
Item soo sullen alle afgaande Regenten harlieder jaar suijveren
en opbetalen van uijtschult ende inschuit ende doen generale
rekenijnge van alle hetgene, dat men bedriven voor het hooft
van den prinse en de gemeene gesellen van der Kamer tot sulcken
tijt als den prinse haer noemen sal, welverstaende, dat het ge-
1) Ontbreekt in dat van 1792 en ook in dat van 1734 houdt de zin op bij
speelen, waardoor hij duidelijker wordt.
2) Aarde. Dit wijst op 't blazoen.
8) In 't afschrift van 1734: voijsen.
4) n 1734: welke prinse gekosen sijnde sal kiesen eenen stat
houder.
5) In 't afschrift van 1792 en 334 3 sch. 4 gr. vl.
6) 1792 is hier nog bijgevoegd: En is ieder gildebroeder
veroblijeert op ieder dag der vergadering een takje fiolier of roode dieren te toonen
op de boete van 4 groote tot onderhoud van de camer.