97 schieden moet liet naerstvolgende jaer naaer datse afgesedt sullen wesen, op sonderlinge corectie. Eet 7 artickel van kolven te loten. Item soo sal men loten om een kolve op Sinte Nicolaasdagh naar 2) de prinse ende dekens gemaekt sullen sijn twee en twee bij AB0dewelcke colfbroeders sullen liaengesegt 3) werden van den boode alst den prinse believen sal, te weten twee ende twee, welcke colfbroeders compareerende sullen ter Kamer op de huere 4), haer van de bode geseijdt 5) ende elck zal geven voor zijn colve 4 groote en als den prinse hudientie 6) begeeren sal, soo sal elcken kolfmeester gehouden wesen te zeggen een refreijn ofte rondeel, op de boete van een groote 7) ende dat daar verteert wert boven de kolven dat sullen sij betalen gesamender handt alle degene, die daer vergadert zijn, elck zijn deel. Het 8 artickel van feeste te houwen. Item soo sal elck gijldebroeder gehouden zijn te komen ter kamer op onsen feestdagh voor de huere, hem bij den bode ge seijdt, ende liooren aldaar zijlentium. Zoo wije ter contrarie doedt, die zal verbeuren ses groote tot reparatie van den kaamer. Oock soo en zal niemandt bijnnen dese feesten iemandt ineugen dwijngen tot koppen, schalen ofte eenigerliande maten uijt te drinken sonder konsendt van den prinse, op de boete van 6 groote. Hei 9 artickel va,n imandt ter kamer te brengen. Item soo en zal niemandt iemandt 8) vermeugen op den kamer 1) In dat van 1784 cn 1792 staat: quartier jaars. 2) Naer dat. 3) In dat van 1784 staat aangeslagen. 4) Ure. 5) In dat van 1792 staat4 sch. 9 gr. 6) Audiëntie. 7) In dat van 1792 staat1 sch. 9 gr. 8) In dat van 1734 staatiemandt vreemdts. Archief 1930

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 159