99 en weijgerde, die sal vijf schellingen J) ende niet te mijn deselver rollen moeten spoelen, ten waare dat liet noodtsaake ware, het- welcke hij hertstidts 2) te vooren seggen zal ende indien hij het niet en doet en speelt bij sijne gebreken niet ofte hechter ge bleven zijnde, soo sal hij staan tot zwaare corectie van den prinse ende deekens. Alle boecken ende rollen sullen wederom gelevert werden in des prinsen handen, die dezelve bewaaren ende opsluijten sal tot behouw 3) van den Gamer ende soo iemandt sijn rolle scheurt ofte verplettert overbrengt, die sal voor elck honderdt 4) ver beuren drie groote en staan tot correcsie van prinse ende dekens. 5) Hel 13 artiuhel van acordasie. 6) Item soo wie ontfangt een rolle, hem bij den bode gesonden, die sal alle Zondage tot sulcken uere, als hem den prinse doen seggen sal, coinpareeren op der Kamer om te acoordeeren met zine medespeelders, op de boete van ses groote desgelicks dengenen, die met den boeck belast sal sijn, sal oock gehouden zijn te komen, in den boete als vooren. Het 14 artickel van brulofien. 8) Item noch zal den prinse gehouden zijn te doen speelen een presendt ofte esbademendt bij zooverre heenige gijldebroeder kwaame te trouwen en hij het begeerde, vermits dat hij degene, die gespeelt sullen hebben, sal schencken voor haer moeijte daer hij zijn heere mede bewaren wijlt. 1) Lees hierachter: verbeuren, 2) Tijdig, in 1734: goetstijts. 3) Behoud of behoef. 4) Dit heteekent m. i. een boete van drie grooten voor elke honderd regels. 5) Dit laatste deel ontbreekt in het reglement van 1734. 6) Dit art. ontbreekt in dat van 1734. 7) In dat van 1792 staat: schell. 8) Dit art. ontbreekt in het reglement van 1734,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 161