102 Het 22 artickel van prisen ophangen. Item zoo wanneer den prinse binnen den Kaamer ophangt eenigh juweel ofte prijs om daarnaer te digten, die en zal zei ver niet mogen daaerover oordeelen maar zal daartoe onbieden ende kiesen sekere notabelen, die liem bekwaamts duncken om denzelven prijs ofte juweel te geven haen diegene, die hem sal wijnnen dient bes kan t) zal hebben. Het 23 artickel van het raamen der offesieren. Item zoo wie prinse ende dekens tot profitte der Kaamer raaden en acordeeren, die zal men van waarden houwen op sonderlinge corecsie. Het 24 artickel van pennijngen te innen. Item zoo zullen alle gijldebroeders schuldigli zijn te betaalen van alle kosten, die zouden meugen gemaakt zijn bijnnen een maandt naar (dat) de rekeninge sal gedaan weesen en indien daar iemandt in gebreke waar van betalinge, die zal men agter- volgen met den rechte als het den prinse ofte dekens gelieft. Het 25 artickel van uit te gaden. Item zoo en zal uijt dit gijlde niemandt meugen gaan voor op Sinte Nicolaasdagh tussen een en drie ueren mijts dat hij zal betaalen voor zijn doodtschult 2 sch. Het 26 artickel. Dit sijn de beloftenisen van prinse ende dekens. Item in den eersten soo wie prinse werdt van der Kamer die zal voor het hooft van der gilde gelofte doen in deser manieren. Ick N als onweerdigh prinse gekooren bijwijse van mijne gijldebroeders belove het geschap 2) voorschreven wel ende deug- 1) Die het best gekund heeft. In dat van 1734 staat: diet best verdiendt sal hebben. 2) Gezelschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 164