105
uijt zonderlinge jonsten ende asentie 4) die wij tegen waars 2) zijn
dragende ende beloovende oock dezelve behulpich te wesen in
al hetgeene, dat har zoude mogen duyster syn gebatefeseert, gejondt
ende verleendt dese voorschreven prevelesie, dewelcke zij heden ons
belooft hebben in al haer artickelen ende punten on verb reekelick
te onderhouden ende doen onderhouden gelick vroome schoolieren
ende eerlicke s) retorijjeurs schuldigh zijn te doen. Torkonden bij
ons onderschreven en ouderteykentCornelis Gijllisse en Jan Jacobse
[loom. beijde ambagtsheeren der prochij en eerlickheijdt van
Scravenpolder, oock bij Lieven van Kats desen 12 November
anno 1596. 4)
Oversien en verschreven dese prevelegie in het jaaer ons
Heeren 1774
van mij Joos Janse van den Broecke. 5)
Lager staat nog
IJK. bekenne verackordert te zijn met de gijldebroeders der
Rijktoreka van Gravenpolder weegens den sak meel zoo lank als
IK moolenaar ben voor (de) somma van 0-17-8-
Markus de Moor. 6)
[Het 33 artikel.]
Elk gijldenbroeder zal gehouden zijn hier in dit parochiehuis te
blijven zoolang (het) boek niet gesloten zij om zijn geld te verteren
en niet langer uit de Kamer te blijven dan een uur tijds en dit
alles op de boete van een schelling.
Dit gedaan op de stem van gijldenbroeders en prince en
secretaris.
Marijnus Westdorp prinse.
L. v. d. Hooft secretaris.
1) Affectie.
2) Te henwaarts.
3) In dat van 1792 staat: welke
4) In dat van 1792 staat7 December 1596. Dat van 1734 is niet onderteekeud.
5) Dat van 1792 is niet oudeiteekend.
6) Marcus de Moor komt in 1793 voor als lid van het schuttersgild van St.
Sebastiaan. Vóór dien tijd niet. Hij is er in 1796 uit.