120 rusten de verslagen, die door de bisschoppen van Gent en Brugge volgens het voorschrift van Sixtus V d° 20 December 1585 geregeld te Rome werden ingediend, om de Curie voor te lichten over den toestand van den godsdienst in hunne diocesen. Yan de Gentsche relaties zijn er over de jaren 15971791 nog vijfen twintig in dit archief aanwezig en van de Brugsche zevenentwintig over de jaren 1590-1793. Twee van deze laatste zijn reeds gepubliceerd, die van 1600 in de Analectes pour servir a l'his- toire ecclésiastique de la Belgicjue, Tome III (1866) en die van 1628 in de Analectes, Tomes II en III. Voor de geschiedenis van Zeeuwsch-Vlaanderen bevat de eerste niets en de gegevens van de tweede werden ook door Dr. de Hullu in zijn bovengenoemde studie gebruikt. Wij laten dus hier volgen, wat de andere ons bewaard gebleven relaties aan belangrijks voor de geschiedenis van ons land bieden. I A 1649 JANUARI 15. Antonius Triest-bisschop van Gentaan Innocentius X. ARCHIPRESBYTERATUS HULSTENSIS. In hoe districtu olim numerari solebant parochiae 21, quarum aliquae absorbitae a mari; circa finem autem anni 1645 ipsum oppidum Hulstense cum iusigni conventu fratrum Recollectorum Ordinis S. Erancisci, hospitali virginum aegrotis milifibus in- servientium et quinque parochiis in territorio Hulstensi sitis cessit in potestatem Hollandorum haereticorum post unius mensis obsidionemoccasione cujus tota haec dioecesis misere afflicta fuit in omnibus districtibus suis, nam Galli circa initium Septembris cum toto suo exercitu Cortraco quod tune temporis obtinebant discedentes versus flumen, quod Gandavo Brugas tendit, inter parochiam de Aeltere et Gandavum variis in locis suppetias tulerunt exercitui haereticorum, ut stratis pontibus Auriacus exer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 182