158
Wolfert de burgemeestersrekening van 1482/3 nog heeft onder
teekend en dat volgens aanteekening in het ïtoode boek x) Maxi-
miliaan ook werkelijk maar „opten donredach octava sacramenti
IXen dacli van iunio Ao LXXXV" persoonlijk op het stadhuis
als heer van Vere gehuldigd is en ook metterdaad over de in
komsten dier stad benevens van de andere bezittingen van den
heer van Vere heeft beschikt, die reeds voor zijne komst naar
Vlaanderen geweken aldaar den 29 April 1486 te Gent moet zijn
overleden 2). Mét hem is het geslacht der Borsele's van Vere in
de mannelijke lijn uitgestorven en eindigt tevens voor Vere de
tijd dier feodale, zich zelfstandig voelende heeren, die zich nog
steeds naar hun voorvaderlijken burg noemende dikwijls meer
vorsten dan leenmannen geleken.
Door het huwelijk van Wolferts dochter Anna met Philips
van Bourgondië, met wie hij reeds was ondertrouwd in 1481 3) de
datum hunner huwelijksvoorwaarden is 4 Juli 1485 4) komt
nu Vere in handen van den eersten heer uit het tweede stamhuis,
dat nu met eene enkele onderbreking -nog bijna 3/4 eeuw
aldaar heeft geregeerd. Met deze verandering van regeerend ge
slacht valt daarbij dan nog een keerpunt, in tweeërlei opzicht
van uit het hier behandelde oogpunt merkwaardig, ongeveer samen.
Vooreerst toch komt er verandering in de verhouding tussclien
heer en stad. De laatste komt tot eigen zelfstandig beheerde
financiën en weet gaandeweg meer rechten van haar heer te ver
krijgen. En ten tweede is er wijziging in de verhouding van den
heer tegenover den landsheer. In plaats van den ouden leenroerigen
adel, zoo genegen zijn eigen weg te bewandelen, komt nu een
zoodanige, die, welke allures van zelfstandigheid hij bij tijd en
wijle ook nog moge aannemen, toch steeds meer en meer de
1) Idem fol. 1 verso
2) Zie Nagtglas. Zelandia Illustrata I 105, alsook Boxhorn I 222 en Reygersberch
bij id. II 316.
3) Burgemeestersrekeniüg 20 Oct. 148119 Oct. 1482 I 4.
4) Dr. H. Obreen. Het geslacht van Borselen p 23.