159 trekken vertoont van een hof- en ainbtsadel en die zooals daaraan past hun heer en meester steeds getrouw zijn geweest. Reeds de eerste Bourgondiër van Vere hier zoo genoemd ter onderscheiding van de andere takken der Bourgondiërs, die ook in Zeeland aanzienlijke bezittingen hebben verworven -heeft dan ook zij het misschien pas na eene zwenking, die hij evenwel reeds voor zijne huldiging als heer van Yere moet hebben gemaakt gedaan, wat men van zoodanig edelman in de gegeven omstandigheden kan verwachten n.l. de heerschappij der Habs- burgers in de aanvankelijk weerspannige Nederlanden helpen vestigen, en is dan ook de rechterhand geweest van hertog Albrecht van Saxen, den stadhouder, die dit voor hen heeft moeten klaar spelen. Als admiraal voor Sluis verschenen met zijne dertig heuden en nog dertien hulken, heeft hij den tegenstand dezer veste helpen breken en zoodoende aan het voor goed ten onder brengen van de Hoekschen werkzaam deelgenomen. x) Aangezien evenwel deze heer, naast zijne verdienste tegenover den landsheer als bekwaam oorlogsman, daarbij ook nog eene andere hoedanigheid vooral in de toekomst voor dien landsheer van veel maar voor 's Heeren eigen geslacht van nog meer gewicht, te weten zijne afkomst uit het voormalige in de Nederlanden geregeerd hebbende vorstenhuis bezat, zij hier met voorbijgang van zijn verder krijgs bedrijf ter toelichting van deze genealogische betrekking als in dit verband van meer gewicht medegedeeld, dat Philips, door zijn vader Anthonis den grooten bastaard van Bourgondië een kleinzoon is geweest van Philips den Goeden, welke vorst, bekend om zijne vele bastaarden, dezen Anthonis getuige ook zijn veelzeggende bijnaam daaronder als zijn lievelingszoon schijnt te hebben uitverkoren, en dat wel in die mate dat hij hem heeft laten wettigen (zoodat hij het recht kreeg den naam en het wapen van Bourgondië te voeren), tot heer van Beveren en graaf van La Roche heeft verheven, hem het Gulden Vlies schonk, ja zelfs ook de erfopvolging in zijne gewesten schijnt 1) Boxhorn II 329 en 330.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 221