164 steenschietens) in Wissekerke, Nisse, 's-kleer Abtskerke, Sinouts- kerke en Baarsdorp dus alles op Zuid-Beveland gelegen, die door den dood van zijne nicht Anna van Kruiningen, dochter van zijne zuster Charlotte van Bourgondië, aan de grafelijkheid waren ver vallen. Bovendien was hij voor zijne huldiging ook reeds ridder van het Gulden Vlies en admiraal- en kapitein-generaal van de Zee, in welke hoedanigheid hij ÏCarel den V ter gelegenheid van diens eerste reis naar Spanje aldaar heeft overgebracht. 2) Hoe hij financieel zijn heer heeft bijgestaan moge blijken uit het aangeteekende in de grafelijke rentmeestersrekening over 1533, volgens welke de landsheer hem toen nog 20000 ponden van veertig grooten schuldig was als rest van hetgeen hem in 1521 voorgeschoten was voor uitrusting van oorlogsschepen. Heer Adolf, die om dat bedrag te verkrijgen voor 1250 gelijke ponden jaarlijks aan rente op zijne goederen had moeten ver- koopen, verkreeg nu wel krachtens brief van 4 Januari 1531 jaarlijks terugbetaling van gelijke som uit de keizerlijke financiën in afwachting van de afbetaling der 20000 ponden 3), doch aan gezien nog in de laatste bederekening (van 1568) betaling der 1250 pond aan zijne zuster Antoinette staat geboekt 4), mag men wel aannemen, dat van dergelijke afbetaling aan 's heeren boedel nimmer is gekomen. Tijdens zijn bewind hadden de voor Zeeland zoo gewichtige gebeurtenissen plaats, waardoor vooral ook de Bourgondiër(s) van Vere, die reeds zulk eene uitstekende positie onder de Zeeuwsche edelen innam(en), daarin nog meer uitkwamen, te weten de groote overstroomingen, tegen welke Adolf bekwaam en onvermoeid dijker als hij was zij het dan met groote kosten en inspan ning zijn gebied in Zeeland zoo goed als onverminderd heeft weten te behouden. Hij is gestorven 7 December 1540 6). 1) Fruin. Leen registers No. 1249 en id Rekeningen No. 125 fol. 92v. 2) Reygersberch bij Boxhorn II 388. 3) Fruin. Rek. No. 390 fol. 161. 4-) id No. 440. 5) Reygersberch bij Boxhorn II 466.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 226