167 nagedachtenis zij hebben achtergelaten, eene gedachtenis, die natuurlijk nog gunstiger moet uitkomen tegen de ramspoedige jaren, die nu ook voor Yere zouden aanbreken. Met het kinder loos overlijden van Maximiliaan en bijgevolg uitsterven van zijn geslacht eindigt dan ook om zoo te zeggen de roman der heeren van Yere. Wel heeft nu overeenkomstig Maximiliaans testament 2) Jan de Bennyn, graaf van Bossu, die gehuwd ge weest was met Anna van Bourgondië, oudste zuster van den overleden markies, voor zijn zoon daarbij Maximiliaan de Hennyn heer van Beuvry het dezen toebedachte voornaamste deel der na latenschap waaronder ook het markiezaat aanvaard, doch lastig gevallen door de crediteuren van het sterfhuis, die de be noeming van curatoren tot bewaring hunner belangen wisten te verkrijgen, moet deze laatste meerderjarig geworden zijne erfenis hebben verworpen. Alstoen hebben nog de heeren Jan, markies van Bergen op Zoom, en Philips van Montmorency, graaf van Hoorne, als voogden van Maximiliaan van Kruiningen, een zoon van Jacqueline, jongere zuster van Maximiliaan van Bourgondië, hun pupil als erfgenaam ab intestato tot markies weten te doen huldigen 3) (20 April 1563), welk feit ook evenwel al heel bitter weinig gevolg schijnt te hebben gehad. Nadat intusschen de talrijke crediteuren op 21 Februari 156J rangregeling verkregen hadden van den grooten raad te Mechelen4), kon er tot te gelde maken van den boedel worden overgegaan, die daartoe zooals te verwachten was in verschillende perceelen werd geveild. Doch niet alleen met den boedel i. h. a., ook met het markiezaat is zulks geschied, een argument voor 1) 4 Juni 1558. (Aanteekeniüg voorste buitenblad Boek van den Eede). 2) Gedateerd 30 October 1553 (Boxhorn I 221, v. Grijpskerke 358). 3) Zie het nog bewaarde eedsformulier (M. S. te Vere) alsook de rekening van der fortificatie als van den commuyne van 1563 fol. XCVv. 4) Ingevolge hun verzoek, gedaan in Mei 1562. Zie Stoppelaar No. 2294. De rangregeling zelve is No. 2373 van diens inventaris, terwijl ook te Vere een exemplaar daarvan aanwezig is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 229