175 hoewel dat de Staten van Zeelant daarvan nooijt eenige kennisse gehadt en hadden noch en competeerde, als wesende een marqui- saetschap apart, maer wel die van de rekenkamer in Hollant, nochtans en wilden zij egeen zwaricheijt dienaengaende moveren als wel tevreden zijnde, dat bij den voornomden rentmeester geelfectueert werden 't inhouden van de voorseijde missive behoudens vooral ende sonder prejuditie zoo opmakinge ende reparatie van de wercken voorsz. als van de gerechtigheijt die de Majesteyt als marquis der voorsz. stede in desen zoude mogen pretenderen" Inderdaad konden b. en s. ook, zooals men uit bovenstaand besluit reeds zal hebben kunnen opmaken, zich op eene beslissing in deze van den prins ten hunnen gunste beroepen, al luidde die nu juist niet precies zooals zij hierboven voorstellen. Immers reeds een half jaren te voren hadden zij van dezen op hun request, inhou dende beklag, dat de rentmeester in het belang der rentieren bezwaar maakte uitgaven voor bedoelde herstellingen te doen, nadat dit krachtens een eerste apostille van den prins in handen van G. en R,. was gesteld om advies (23 December1577), een tweede verkregen, waarbij den rentmeester gelast werd voorloopig „te verst.aene totte reparatien der voorsz. wercken volgende 't versoeck van de supplianten" onder voorbehoud evenwel, dat zij de inkomsten, voor het overlijden van den vorigen markies hun ten behoeve dier werken door dezen laatste bij contract toegestaan, niet meer zouden ontvangen. (24 Mei 1578) 2). Zijnerzijds liet nu ook de rentmeester, wanneer hij meende wat te vorderen te hebben, zich ook niet onbetuigd en eischte derhalve betaling van vijf payementen van 1500 guldens elk van de bede, Philips bij zijne inhuldiging als markies toegestaan, maar waarvoor hij na den Allerheiligenvloed van 1570 atterminatie had bewilligd. Ook hierin moest Oranje weder de benauwde stad te hulp komen en werd dan ook door haar daartoe ingeroepen in een request, inhoudende verzoek den rentmeester te verbieden deze resteerende 1) Stadsnotulen van 3 November 1578. 2) M. S. Vere.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 237