7500 gulden nog te eischen van liaar, die reeds meer den 50000
gulden extraordinaire schuld ter zake van de troebelen had, terwijl
de noodzakelijke uitgaven alle inkomsten zoowel van de stad als
van Zijner Majesteits domeinen verslonden. In dit request wordt
dan tevens voor de eerste maal bij dit onderzoek gevonden
de oplossing voor deze financiëele moeilijkheden opgeworpen,
die ten siotte de weg is geweest, waarlangs Oranje zich en zijn
geslacht het bezit van Vere heeft verzekerd en daarmede ook een
hechten steun voor de overwegende eeuwen durende machtspositie
daarvan in Zeeland en daarmede ook in het staatsbestel der gansche
republiek, namelijk verkoop.
Het slot toch van genoemd request luidt als volgt„ordon
nerende hierbeneffens dien van de Rade in Zeelant oft anderen
dient behoort de voorscr. soinme (n.l. de 7500 gulden) als ge-
confisqueert ende eens tot behouff' der oorlogen betaelt ende op
gebracht den voorsz. rentmeester in zijn rekeninge te laten passeren
ende daerenboven die voirsz. van der stadt te authoriseren ende
accorderen voor de resterende hare tachterheijt ende schulden,
daerinne zij (nl. baljuw, burgemeesters, schepenen en regeerders
van Vere) verloopen zijn, sooveel van des conincx domeijuen te
mogen vercoopen oft beladen als de voirsz. schulden sullen commen
te bedragen, dwelck doende etc". Hun verzoek werd ten
minste wat het eerste gedeelte daarvan betreft verhoord
's Prinsen apostille van 26 April 1579 bevatte inderdaad een
verbod als boven verlangd, doch wat eene beslissing in zake een
verkoop aangaat, deze werd door Zijne Excellencie aangehouden
advies van de Staten of Gecommitteerde Raden moest eerst worden
ingewonnen Daarnaast en ongeveer ter zelfder tijd ontspint zich
ook een overeenkomstig verloop van zaken te Vlissingen, alwaar
b. en s. den 28 December van hetzelfde jaar den rentmeester
van rs konings domeinen binnen deze stad verboden eenige rente
te betalen, alvorens de zeewerken dier stad behoorlijk gerepareerd
1) M. S. Vere.