21 S c li a n d e 1 ij c k e lust. 330. Vercoelt wert door lichamen. Wie ist, die naeri betaeinen de vreucht can verkondighen Helsche practijcke. Sij is de excelentste, Schandelijcke lust. Daer me of magb vermondighen. 4) Helsche practijcke. De alder pertinentste. Schandelijcke lust. 335. Een mensch inoet hem besondighen, Diese langst de wege maer en siet treden. Helsche practijcke. Besietse van boven vrij tot beneden Ende hoe wel besneden thooft vought op de leden. Grhij suit hebben reden om te verheugen tallen termijn. Schandelijcke lust. 340. Sij heijt twee bruijne oogskens, Helsche practijcke. Als christalijn Schandelijcke lust. Daer boven twee swerte boogskens; Helsche practijcke. Kaecxkens en lipkens sangwijn. 2) Den aseme deviju 3) schijnt muscate te sijn. 345. Het passeert in schijn alle verstandekens. 4) Schandelijcke lust. Huer keelken schijnt snee. 5) Helsche practijcke. Desgelijcx haer tandekens. 1) Over spreken. (Zie o. a. Huijgens, Muijdsche Reijs.) 2) Volbloedig. 3) Devijn goddelijk. 4) Het gaat alle verstand te boven. 5) Sneeuw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 83