22
Schandelijcke lust.
Ende dan heeftse twee,
Helsche practijcke.
Volschepene handekens,
350. 's Gelijcx in geen landekens vindt men nutertijdt.
S c h a n d e 1 ij c k e lust.
Sij es proper en smal.
Helsche practijcke.
Twee handekens wijt.
S c h a n d e 1 ij c k e lust.
Onnoodicli ist al
Helsche practijcke.
Hier verhaelt subijt.
S c h a n d e 1 ij c k e lust.
355. Ende dat dese stal
Helsche practijcke.
U herteken; sijt daerinne noch verblijdt.
Wat helpet gequolen
Stathouwer.
Wel diefelijk 2) is mij therte gestolen
Van dese Jonckvrouwe.
360. Ende al broclit sijt mij weder: ick en sout onverholen
Aenveijrden nouwe. 3)
O, Cupido, Cupido! nu vole ick in trouwe
Uwer schichten cracht
Ghij hebt mij geschoten met den pijl van gouwe
365. Ende dedel Kersouwe 4)
Is den looden 5) getroffen int herte sacht.
1) Volmaakte.
2) Diefelijk is mijn. herte gestolen. V.g.l. Gen. 40:15 lek (t. w. Josef) ben
diefelijck ontstolen uijt der Hebrein lant (Statenv.).
S) Ik zou 't nauwelijks aanvaarden.
4) Kersouwe madelief.
5) Den looien den bezwaarde. (Zie o. a. Huijgens, Grill, waar hij spreekt
van een verloodt hert.)