IV
Porselein en aardewerk vacant;
Schilderijen, platen en portretten, niet tot de Zelaudia lllustrata
behoorendmejuffrouw R. M. Wichers Wierdsma:
Penningen en munten: mejuffrouw M. G. A. de Man;
Ethnografische voorwerpen; vacant;
Kabinet van natuurlijke historie: de heer P. J. van der Peen Jr.;
Zeeuwsch Herbarium: mejuffrouw A. P. Ogterop.
In de commissie van redactie voor het Archief
hebben zitting: Dr. R. T3ijlsma, Mr. A. Meerkamp van Embden en
Mr. Th. Portheine.
De comissie voor Zeeuwse lie E o 1 k 1 o re wordt gevormd
door de heeren H. J. G. Hartman, voorzitter, J. Kreune, secretaris-
penningmeester, Dr. W. S. Unger en A. van der Weijde.
Het aantal betalende bezoekers van het museum
bedroeg 3942, van wie 35 toegang kregen tegen verminderd tarief.
De cijfers voor 1928 waren 3786 en 41.
Na het vertrek van den heer De Does is de heer J. Baljeu
aangesteld tot opzichter van het gebouw.
Dank zij den goeden zorgen van de conservatrice der schil
derijen, mejuffrouw R. M. Wichers Wierdsma, is de kamer der
schilderijen, munten en penningen opnieuw geschilderd, behangen
en verder ingericht. Het bestuur stelt de verbeteringen ten zeerste
op prijs.
Het gekleurde venster langs de trap is hersteld en opnieuw^
bevestigd.
Naar aanleiding van den brand te Middelburg van 7 December
1929 heeft het bestuur advies gevraagd over de beveiliging van
het museum tegen brandgevaar aan de Koninklijke Nederlandsche
Brandweervereeniging. Eene commissie, bestaande uit de heeren
D. Vleming en J. C. Po. Keeman, heeft daarop het museum be
zocht en aangeraden de waterleiding naar de eerste verdieping te
doen doortrekken en brandslangen aan te schaffen. Dit is geschied.
Ook werd de Eire extinctor beproefd en ondanks zijn betrek-